Welkom op de weblog van .... M S D I R K D E G R O O T....


zondag 25 oktober 2009

Vaartocht 2004

Een van de mooiste tochten die we gemaakt hebben, was in 2004. Ik zat oude foto’s te bekijken en bedacht dat het misschien wel leuk zou zijn, als ze op het Internet bekeken konden worden. Kijk maar eens even op het kaartje hiernaast. We zijn dat jaar via Antwerpen, door Brussel heen, over het Hellend Vlak van Ronquières, langs Charleroi naar de Belgische Maas gevaren. Toen Frankrijk in, waar de Maas Meuse heet, rechts afgeslagen het Ardennerkanaal op, langs Reims gevaren en iets voorbij Reims links af over hetMarne Rijnkanaal tot Vitry Le François. Daar afgebogen naar het Zuiden en over het Canal de La Marne à La Saône tot vlakbij St. Jean de Losne. Over de Saône naar Chalon, daarna een tikkie terug en over het Canal du Centre in Zuidwestelijke richting tot aan Digoin en verder over het Lateraalkanaal van de Loire tot Decize. Vandaar de tocht over het schitterende Canal du Nivernais tot aan Auxerre en verder over de Yonne en de Seine tot Parijs. Dwars door Parijs over de kanalen en dan verder de traditionele terugreis over Seine, langs Conflans over de Oise, Canal de St. Quentin, Escaut, Boven-Schelde, Zeeschelde, door Antwerpen, Schelde-Rijnkanaal, Volkerak en Hollands Diep terug naar Dordt. We hebben meer dan 80 tussenstops gemaakt en onnoemelijk veel foto’s. Ik heb ze van commentaar voorzien en als je ze wilt bekijken ...............klik dan hier

-

zaterdag 17 oktober 2009

Vietnamezenredder

Een jaar of zeven geleden heb ik voor de PIKHAAK (clubblad KDR&ZV) een aantal verhaaltjes geschreven. Allemaal verhaaltjes over REDDERS. De Hertenredder, De Kiezenredder en De Hoedenredder staan al op deze weblog. Het leukste Redders verhaal van toen, heb ik opgetekend uit de mond van Bertus van der Linden. Het is echt gebeurd en heel erg lang geleden. Wij hadden onze tjalk nog niet en Bertus lag toen ’s winters met zijn kotter, De Wieringen 54, op het plekje waar nu de Dirk de Groot ligt. Langs de Lange IJzerenbrug dus.
Hier volgt het relaas van Bertus.

De Vietnamezenredder.
Het was op een koude winteravond. Ik was op weg naar boord en daar zag ik op het vlot een klein mannetje z'n kleren uit trekken. Hij ging op z'n hurken zitten, sloeg een kruisje en nam een houding aan om te water te gaan! Snel deed ik het hek open en riep: " Wat ga je doen? Niet in dat koude water springen hoor!"
Het mannetje keek op en sprak met een oosters dialect: "Sleutels in watel van auto. Kan niet weg, ik ga splingen". “Nee, nee, niks er van”, zei ik, “trek je kleren aan, want als je te water gaat verdrink je gelijk van de kou." “Ja maal”, mompelde hij, “ik moet sleutels heb van auto. Ik niet naal huis kan zondel auto".
“Kom maar met me mee naar de boot. Dan kan je jezelf opwarmen en zorg ik wel dat die sleutels uit het water komen”. Zo gezegd zo gedaan. Ik heb het mannetje mee naar boord genomen en een warme bak thee voor hem gezet.
Daarna heb ik een grote magneet aan een touw gebonden en aan het mannetje gevraagd waar precies de sleutels te water waren gegaan. Het was vlak achter zijn auto.(De parkeerplaatsen voor de auto's tussen de Lange IJzeren brug en het Vlak, waren toen nog haaks op de waterkant.) Ik liet het touw met de magneet zakken, en jawel hoor, ik haalde op en de sleutels zaten er aan! Meer geluk dan wijsheid natuurlijk. Het mannetje wilde me zoenen maar ik gebaarde, dat dat nou ook weer niet de bedoeling was. Hij maakte een paar keer een buiging en vertelde: "Ik heb huisje op Voolstlaat en velkoop loempia en jij moet molgen langs komen".
De volgende middag ben ik langs geweest en kreeg 4 warme loempia's mee en ook nog een hele zak vol loempia’s, die nog bevroren waren.
Wanneer ik vandaag de dag iets bij hem ga kopen, krijg ik nog altijd alles in tweevoud. Het Vietnamese mannetje en ik zullen dit nooit vergeten.

Bertus van der Linden

woensdag 14 oktober 2009

Hoedenredder

Toen we dat jaar van de grote reis terugkwamen en ik een bakkie koffie bij de havenmeester ging drinken, bleek daar een enveloppe voor me te liggen. ’Ja’, zegt de havenmeester, ‘ er zijn hier mensen geweest die naar jou op zoek waren. Als ik het goed begrepen heb, had jij wat voor ze gedaan en ze wilden je nog eens bedanken. Je zat nog in Frankrijk en daarom hebben ze een berichtje voor je achtergelaten.’
Nieuwsgierig bekijk ik het gele envelopje. Aan Wim de Wit, Ligplaats 22. Mensen voor wie ik wat gedaan heb? Mensen die me bedanken willen? Goh, wat spannend! Wat zal dat kunnen zijn? Het komt nog al eens voor, dat ik iemand ergens mee help. Vooral als wij met de ‘Dirk de Groot’ in Frankrijk zijn. We zijn daar behoorlijk ingeburgerd en weten inmiddels best een beetje van wanten.
Maar er schiet me niets speciaals te binnen. Ik kijk nog eens naar de enveloppe. Afzender: Marijke en Bert J. uit Hoogeveen! Langzaam gaat er een lichtje branden. Hoogeveen ligt toch in Drenthe? Dan moeten het die Drentenezen zijn geweest, die we ontmoet hebben,ergens op weg naar Parijs. Aardige mensen, een beetje zenuwachtig. Ze waren voor het eerst met de boot in Frankrijk, maar werden onverwacht overrompeld door een telefoontje van hun dochter. Die zou de volgende dag, deze kant op komen om samen met haar man en twee kinderen, een paar dagen bij Opa en Oma aan boord te komen logeren. Ze konden er eind van de middag zijn! Of moeder maar even door wilde bellen, naar welk stadje ze konden komen en hoe ze precies moesten rijden. Lichte paniek op het Drentse schip! Mevrouw wist wel dat ze onderweg naar Parijs was, maar waar ze nu precies waren, daar had ze geen flauw idee van. ‘Of meneer Dirk de Groot misschien een leuk aanlegplaatsje wist, waar ze de kinderen en kleinkinderen fatsoenlijk kon ontvangen. Niet te ver varen, want ze moesten er de volgende dag op tijd kunnen zijn. Liefst ook niet al te moeilijk te vinden met de auto’. Nou, dat wist meneer Dirk de Groot wel. Ik heb ze naar een schitterend haventje gestuurd een uurtje of wat verderop en op de autokaart aangewezen hoe de familie precies rijden moest.
Om een kort verhaal lang te maken. Het is allemaal prima voor elkaar gekomen. Dat hoorde ik later van andere Nederlandse bootje-vaarders, die in het zelfde haventje gelegen hadden. Het was een geweldige jachthaven met alles erop en eraan, met zelfs een speeltuin voor de kinderen. De schoonzoon was er linea recta naar toe gereden en het hele spul had een grandioos weekend gehad.
Die mensen, ja! De brief moest van die mensen zijn. Die hebben natuurlijk op de terugreis bij ons in de haven gelegen en een briefje bij de havenmeester voor me achter gelaten. Wat leuk! Ja, dat moest het zijn. Dat kon niet missen.

Maar nee dus, want als ik het envelopje open maak, komt er een schattige trouwfoto te voorschijn. Een trouwfoto van een jong bruidspaar. Een beauty van een bruid en een schitterende bruidegom naast een koets met twee paarden. Op de bok een koetsier in vol ornaat en op de achtergrond een lieflijk stromend riviertje.
Er zit ook een briefje bij. Geschreven met zwarte viltstift op het crêpe papier van een foto album. Ik lees

Dan begrijp ik het ineens. Vooral ook, als ik de andere foto’s bekijk, die in het mapje zitten.
Wat is er dan gebeurd???

Het is al weer een paar maanden geleden. In het voorjaar. Zoals altijd ben ik weer aan het werk! Ik ben bezig de boot te schilderen aan de buitenkant en doe dat met behulp van een wiebelend vlotje. Als ik net een kopje koffie zit te drinken, wordt er op de Lange IJzerenbrug een fotoreportage gemaakt. Er staat een schattig bruidje boven op het klapbruggetje en een fotograaf is bezig foto's van haar te maken. Op zich niets bijzonders. Dat gebeurt soms wel een paar keer per week. Het is nou eenmaal een hartstikke leuk bruggetje en welk bruidje zou nou niet graag met zo’n decor op de achtergrond, op haar trouwdag vereeuwigd willen worden?
Er staat een behoorlijk bries. Als dat maar goed afloopt! Oh jee, dacht ik het niet. Daar gaat haar hoed de lucht in. Haar prachtige speciaal voor deze gelegenheid gemaakte hoed. Met de wind mee, over het water. Wapper, wapper, wapperdewapper. Buiteldebuiteldebuitel. En daar drijft ie. Midden in de haven. Wat een ramp op je huwelijksdag!

Ik laat m’n koffie de koffie. Pak een luiwagen. Spring er mee op het werkvlot. Peddel als een bezetene met de luiwagen als peddel, naar de hoed die intussen misschien wel 100 meter bij me vandaan ligt. Verdorie, als ie maar niet zinkt! Als ie nog maar eventjes blijft drijven dan lukt het wel. Het schiet al op. Ik ben er bijna. En ja hoor, hebbes! Hoe bestaat het! Hoed gered. Maar ik kan hem bij het terug peddelen toch niet op dat vlot neer leggen? Dat zit vol met verf en blubber en vogelpoep. Dat kan ik die hoed niet aandoen! Die heeft al genoeg moeten doorstaan in het water van de Nieuwe Haven. Dan maar op mijn kop met dat ding. Zo vaar ik terug naar mijn boot, klim op de wal, geef de hoed aan de bruid en wens het bruidspaar nog een hele fijne dag en een lang en gelukkig leven.
De fotograaf heeft intussen wel zijn werk gedaan. Kijk maar naar de foto’s!

zondag 11 oktober 2009

Rondje Dordt per volgboot


Voor een leuk rondje Dordt per volgboot

klik .........Hier

woensdag 7 oktober 2009

Ecluse en Panne


Noord Frankrijk. Canal des Ardennes. Dinsdagmiddag ca. vier uur. We zijn op de thuisreis. In Oostelijke richting naar de Maas. Het grootste gedeelte van de sluizentrap(totaal 27 sluizen) hebben we al achter de rug. We zijn in de opvaart en bij het uitvaren van sluis 10 zien we, dat het bij sluis 9 niet helemaal pluis is. De sluisdeuren staan gedeeltelijk open, alle lichten zijn gedoofd. Een paar mannetjes die druk heen en weer lopen op de sluis. Een auto die wegrijdt en een meneertje die onze richting heen komt lopen en iets naar Emma, die lekker in het zonnetje op het voordek zit, schijnt te roepen.
We kunnen niet verder; moeten vastmaken aan het graswalletje aan stuurboord, waar twee verdwaalde gele bolders in de modder staan. De rechter sluisdeur is hevig kapot en het meneertje mompelt iets, dat in het Nederlands poeh!, poeh! zou kunnen betekenen. Hij maakt daarbij een gebaar met zijn hand waar uit ik opmaak, dat we hier waarschijnlijk met de Kerst nog zullen liggen. Echt in het meest niemandse niemandsland!

We maken de boot vast en al snel zien we talloze auto’s van de VNF (Franse Rijkswaterstaat) aan komen rijden. Het is technisch weer (bijna 30 gr.) dus alle VNF-kantoormannetjes uit de buurt, komen een kijkje nemen. Het is de talk of the town, want het hele Canal des Ardennes is gestremd!
Als ik na een kwartiertje zelf ook op onderzoek uit ga, lopen er wel elf of twaalf VNF functionarissen rond te springen op de sluis. Er wordt echt op zijn Frans, heel druk onderhandeld. Iedereen schijnt zijn eigen mening te hebben en ik, ik ben heel benieuwd hoe ze het zaakje voor elkaar gaan fietsen.
De sluis is inderdaad echt heftig kapot. Ik heb er nooit zo opgelet, maar de deuren van de sluizen, draaien natuurlijk, net als alle deuren, in scharnieren.
Maar deze scharnieren zijn heel erg groot en die scharnieren zitten met grote ijzeren beugels verankerd in de betonnen wand van de sluis. Het probleem is nu, dat die hele ijzeren beugel van het scharnier van de rechter deur, compleet uit het beton is gesleurd. Het is me echt een raadsel hoe dit gemaakt kan worden hier midden in de rimboe en ik zie al visioenen van een witte Kerst langs het Ardennerkanaal.
De chef van de VNF delegatie stelt me echter een beetje gerust. Morgenochtend komen er duikers en dan wordt de sluis gerepareerd. Pas problème!
Ik zie een kraan komen, die weer onverrichter zake vertrekt en langzaam breekt de avond aan en keert de rust terug. In de loop van de avond zie ik nog een aantal sluiswachters, die samen met hun hele gezin, op deze plek des onheils, een kijkje komen nemen.


De volgende morgen ben ik vanzelfsprekend al vroeg wakker, maar tegen de verwachting in, is er de eerste uren nog niks te beleven op de sluis. De voorstelling begint pas om half tien! Maar dan is het ook meteen raak. Van alle kanten komen de voertuigen aangereden. De brandweer, een kraanwagen, een complete mobiele werkplaats en alle chefjes van gisteren zijn ook weer van de partij.


In een oogwenk hangt de ontwortelde sluisdeur in de kraan en spartelen er twee duikers rond in de sluis. Ze weten best van aanpakken, want binnen het kwartier is het voorbereidende werk gedaan. De kapotte sluisdeur hangt weer provisorisch op zijn plaats en wordt met behulp van de mobiele kraan netjes dicht gedaan. Voila! Men laat de sluis vollopen en het echte karwei kan gaan beginnen.

Als ik om kijk, zie ik tot mijn verbazing, dat de vorige sluis weer in bedrijf is. Alle lichtjes branden weer, alsof er niets aan de hand is. Heel langzaam zie ik een geladen spits ons kanaalpand binnen schuiven. Het is het Belgische schip de Shelendo, onderweg naar de Bavaria Brouwerij in Lieshout met een lading hop. Vanzelfsprekend kunnen zij ook niet verder en omdat het aan de zijkant van het kanaal heel erg ondiep is, komen ze gezellig tegen ons aan liggen.

Samen met de schipper van de Shelendo loop ik naar de sluis. Men is daar druk bezig met het aanslepen van materiaal. Kabelhaspels, lasmachines, slijpmachines, boormachines, noem maar op. Het zien van zoveel gereedschap wekt mijn vertrouwen op. Mijn nieuwe buurman gaat in conferentie met de bobo’s van de VNF. Hij heeft haast, want vrijdag moet hij in Luik zijn voor een bruiloft. Hij probeert bij voorrang geschut te worden. Het zou gemakkelijk kunnen. Als de kapotte deur met behulp van de mobiele kraan, eerst in geopende stand en later weer in gesloten stand geplaatst zou worden. De VNF-chef wil er absoluut niets van weten. Hij neemt geen verantwoording.
Als ik na een uurtje weer eens op de sluis ga kijken, wordt er met man en macht gewerkt. Dat wil zeggen: Eén man werkt; de rest van de ploeg is in heftige discussie gewikkeld. Waarschijnlijk over de Tour de France, die sinds Armstrong geen favoriet meer is, weer een echte tour geworden is. Of over de Franse President, die al joggend in zijn korte broek met hartproblemen in een militair hospitaal is opgenomen!

Maar er komt al een beetje schot in het werk. Men heeft de losgescheurde beugel verstevigd met dikke opgelaste strippen. Er komt een nieuwe verankering van net zulke dikke strippen, die met reuze bouten aan de grond genageld zullen worden. Zelfs een leek als ik, kan zien dat het leed misschien vandaag nog, maar uiterlijk morgen geleden zal zijn. Maar dan op eens.
Klokslag 12 is iedereen verdwenen. Iedereen is gewoon lekker thuis gaan eten. En zo hoort het ook. Dit is Frankrijk!


Na de lunch komt alleen de “vakman”terug samen met een leerling. Ze zijn niet in dienst van de VNF, maar bij een particulier bedrijf dat altijd voor de VNF werkt. Ondanks de hitte, het is ruim over de 30 gr., buffelt het tweetal gestaag door. Er is nog even een kleine vertraging i.v.m. ontbrekend materiaal, maar warempel! Klokslag vier uur, na precies 24 uur stremming, is het karwei geklaard.
Het binnenvaartschip dat de hele dag tegen ons aangelegen heeft, bijt de spits af en gaat als eerste door de gerepareerde sluis. Wij volgen een kwartiertje later en alles loopt weer gesmeerd.
Alsof er niets gebeurd is.
Voor een uitgebreide foto reportage: ............Klik hier