Welkom op de weblog van .... M S D I R K D E G R O O T....


woensdag 11 september 2013

De Gezagvoerder

sluis van Jan Sanders in kleur groot
De Gezagvoerder.
Het stortregent! De hele week is het al snert weer, maar zo bar en boos als vandaag, is het de hele zomer nog niet geweest. Gelukkig waait het niet en daarom kan ik buiten sturen zonder nat te worden. Als er geen wind staat, is mijn zonnetentje een perfecte paraplu. We zijn in opvaart op de Franse Maas, onderweg naar Charleville. Een paar honderd meter voor de monumentale spoorbrug van Anchamps maakt de rivier een fraaie, hele grote bocht naar rechts. Na die bocht komt in de verte de sluis in zicht.(De sluizen zijn hier automatisch.) 

bocht naar rechts

Ik vaar rustig door en na een minuut of tien, zie ik dat er al een scheepje ligt te wachten. Het is een zeilboot van ca. 9 meter. De mast ligt plat op een paar schragen. Hoogstwaarschijnlijk op weg naar de Middellandse Zee. Wachtsteigers of iets dergelijks bestaan hier niet. Je moet je bootje gaande zien te houden, door heel langzaam tegen de stroom in te varen. Ik denk dat mijn buurman dat foefje nog niet kent. Ik zie hoe hij krampachtig zijn helmstok bedient en hoe zijn vaartuig voortdurend van de linker naar de rechter oever zwalkt. Hij heeft een knalrood oliepak aan. Mijn hemel! Nog nooit van m’n leven zo'n felrood oliepak gezien en al helemaal nog nooit zo’n rooie, merkwaardige zuidwester. Een zuidwester in de vorm van een cowboy hoed! En toch met een touwtje om de kin! Hij doet me denken aan een soort van Rooie Dorus Rijkers!
De naam van de zeilboot ben ik vergeten. Ik dacht dat het GEOS was of zoiets.
Het duurt hartstikke lang voordat de ons tegemoetkomende beroepsvaart de sluis uit komt. Als eindelijk de lichtjes op groen springen, geeft Dorus een peut gas, vaart als een speer de sluis binnen, stopt meteen af en maakt vast aan het eerste de beste trap. Emmy heeft het meteen door: “Dat is er weer zo één die in zijn eentje wil schutten!” Je maakt dat wel eens mee, met mensen die nog geen ervaring hebben op de Franse Kanalen. Als je dan uitlegt, dat je gemakkelijk met twee schepen in de sluis kunt (ze zijn hier 47 m. lang), schuiven ze op en schut je gezellig met z’n tweetjes.”Welnee” zeg ik, “hij heeft al minstens 10 sluizen gehad en zal toch zeker wel weten hoe het werkt”.
Heel kalm vaar ik verder richting sluis. Dorus doet net of ie gek is. Er blijkt nog een tweede Dorus aan boord te zijn. Met hetzelfde mooie rooie oliepak. Een vrouwtje. Dora waarschijnlijk. Zij is langs de sluistrap omhoog geklauterd en is aan het hannesen met twee veel te lange touwen!
Als ik de sluis tot op een meter of tien genaderd ben, breekt bij Dorus paniek uit! Hij begint als een idioot met z’n armen te zwaaien en onverstaanbare kreten uit te slaan. Ik geloof dat Emmy gelijk had. Die vent wil ons er niet bij hebben!
Sorry hoor, dan is hij bij mij echt aan het verkeerde adres! Ik blijf doorvaren. Tergend langzaam. Goed te weten, dat mijn 120 jaar oude, en 50 ton wegende tjalk veel en veel sterker is dan zijn polyester zeilbootje.
Dorus R. Zd&oHij ligt echt nog helemaal achter in de sluis. Hoogstens drie meter voorbij de deuren. Ik maak een steekeindje aan de sluisdeur vast, schuif mijn schip heel voorzichtig naar binnen en stop pas, als we een halve meter van hem verwijderd zijn.
Gelukkig is het heel even droog. Ik loop naar voren en vraag op vriendelijk toon, of Dorus een beetje verder de sluis in wil varen, zodat wij er bij kunnen. Hij weigert! Met geaffecteerde stem. Ik blijf kalm en leg hem uit dat het hier gebruikelijk is, dat als je samen in een sluis past, dat je dan ook samen schut. Hij is niet voor reden vatbaar. Hij wil absoluut niet vóór in de sluis liggen bij het schutten. Ik stel hem voor dat we van plaats wisselen, zodat wij vóór in de sluis liggen en hij in de “luwte”van ons schip. Geen denken aan! Kennelijk is hij bang dat, het water met de kracht van de Niagara Falls, de sluis zal binnenstromen. Ook weigert hij ons vóór laten gaan, zodat hij daarna in zijn eentje de sluis kan passeren. Neen, hij wil gewoon helemaal niks! Ik ontplof zo zoetjes aan van ergernis. Maar ik tel tot tien en weet kalm te blijven. Het schiet niet op, als ik zijn bootje aan barrels vaar! En met hem op de vuist gaan, lijkt ook geen optie. Ik ben nooit zo’n mannetjesputter geweest. Bovendien begint het opnieuw vreselijk te plenzen.
Ik zeg tegen Dorus, dat ik hem een hele onaangename man vind en dat hij op deze manier, vast en zeker een hele vervelende reis tegemoet gaat. Dat ik het niet nodig vind, dat er bloed gaat vloeien! Dat ik de wijste dan maar zal zijn en de sluis uit zal gaan.
Als ik teruggelopen ben naar mijn stuurrad, staat Emmy het tafereel te fotograferen. Ik roep Dorus, vanonder mijn droge zonnetentje, toe: “ Meneer! Meneer, wilt U even glimlachen voor de foto! Ik schrijf verhaaltjes voor Watersportbladen en U krijgt een hoofdrol! Daar hoort een foto bij!” Van deze afstand kan ik zijn gelaatsuitdrukking jammer genoeg niet zien.
Achteraf blijken de foto’s niet gelukt, omdat de batterij van de camera leeg was!
Ik zet de motor in zijn achteruit en vaar een eind terug. Als ik weer naar voren kijk, zie ik tot mijn verbazing, dat de lichten op “dubbelrood” gesprongen zijn. Hoe dat is gekomen weet ik niet, maar ik weet wel, dat er nu onherroepelijk een sluiswachter aan te pas moet komen. Dorus heeft daar kennelijk geen weet van. Hij hangt nog steeds, met zijn fraaie rooie oliepak en cowboyzuidwester, in de touwen. En dat in de stromende regen. Wat een schitterend gezicht.

de sluis

Maar we kunnen hier niet tot in de eeuwigheid blijven drijven en daarom probeer ik via de marifoon contact te krijgen met de Service de Navigation. Vaak lukt dat, maar deze keer dus niet. Na vijf minuten nog eens geprobeerd. Vergeefs. Er zit niets anders op, dan Dorus in te schakelen. Ik roep hem op kanaal 10. Hij is stand-by.
Ik leg uit wat er aan de hand is en vertel hem, dat hij naar boven zal moeten om daar via de praatpaal, een sluiswachter op te roepen.
Even later zien wij het rooie pak, in de gutsende regen, moeizaam naar boven klimmen.
Na tien minuten laat Dorus weten, dat er iemand onderweg is, maar dat het nog wel een tijdje kan duren i.v.m. etenstijd.
(N.b. Als je pech hebt, eten ze in Frankrijk van h. 11.30 tot h. 14.30)
Intussen zijn er drie jachten ons achterop gekomen. Ze zijn net de spoorbrug gepasseerd. Er volgt een interessante conversatie op de marifoon.
“Hallo voor die tjalk, die daar bij de sluis ligt te drijven! Staan jullie op kanaal 10?”
“Ja hoor, dit is de Dirk de Groot”.
“Hallo! Wij zitten achter jullie. Met die blauwe motorkruiser! Ik zie dat de sluis op dubbel rood staat. Kunt U mij vertellen wat er aan de hand is?”
Ja, dat kan ik wel. Dus ik vertel dat er een hele nare man met een zeilbootje helemaal vóór in de sluis ligt afgemeerd. Dat de man er niet over peinst om een stukje op te schuiven zodat wij er ook bij kunnen. En dat het allemaal zo lang geduurd heeft, dat daardoor waarschijnlijk de sluis op dubbel rood is gesprongen!
“Die kan natuurlijk niet varen”, hoor ik de blauwe kruiser zeggen, “die heeft natuurlijk aan die rode stang (de noodrem) getrokken. Wat een oen zeg!”
Ik laat weten dat er hulp onderweg is, maar dat dit nog wel een poosje kan duren”
En onbekende stem op de marifoon: “Dus liggen we hier met z’n allen te wachten door het eigenwijze gedoe van zo’n zeiler. Wat een …..zak!”
Een andere onbekende: “Zeilers die moeten helemaal niet in Frankrijk komen! Die moeten gewoon op zee blijven. Daar kunnen ze niemand kwaad doen!”
Dan hoor ik tot mijn verbazing de bekakte stem van Dorus: “Hallo, hier de GEOS (of zoiets). Ik dien even wat recht te zetten. Ik vaar met een onvoldoende bekwame bemanning. Daarom kies ik er voor, deze sluis zonder andere schepen erbij, te passeren. Ik ben de gezagvoerder en ik ken mijn verantwoordelijkheden.”
Het flapt er uit voor ik het weet: “Mijn oudste broer was gezagvoerder op één van de grootste schepen van Bos & Kalis, maar als hij met een jachtje moest varen, dan was hij de grootste stuntelaar van de Dordtsche Biesbosch!”
Is deze minitragedie toch nog goed afgelopen? Ja hoor, dat wel! Na lang wachten is er een sluiswachter gekomen. Die heeft niet eens onze kant opgekeken. Ook geen vragen gesteld aan de Gezagvoerder. Hij heeft zonder er bij na te denken, de sluis weer draaiklaar gemaakt. En zo is het zeilbootje in zijn eentje omhoog gegaan.
Kort daarop kunnen wij schutten en een kleine drie kwartier later, zien we de GEOS (of zoiets) liggen. Afgemeerd aan de kade van het eerste het beste dorpje, een beetje verder op. Alle gordijntjes zijn dicht. Pot dicht! Achter die gordijntjes zit de gezagvoerder -met zijn onvoldoende bekwame bemanning-, zich rot te schamen voor zijn onbetamelijke gedrag.
En wij? Wij zijn rustig doorgevaren en hebben die dag, nog met gemak, Charleville bereikt.
Wim de Wit
a/b Motortjalk Dirk de Groot
+++

‘s Lands wijs, ‘s lands eer!

Reddingsboei
Dit is het leuke van België! In het bijzonder van Wallonië! Hier mag je gerust nog de reddingsboeien uit hun omkasting stelen. Hier mag je gerust nog je hond op straat laten poepen zonder het op te ruimen! Als je hier, keurig netjes, het drolletje van je hondje in de rivier gooit, vragen ze verbaasd: “Waar doe je dat nu in hemelsnaam voor? Als het gaat regenen, dan spoelt die stront toch vanzelf de rivier in!”