Welkom op de weblog van .... M S D I R K D E G R O O T....


zaterdag 20 december 2008

REVIN Deel 2 Ontmoetingen

Het verhaal dat nu volgt heeft gestaan in de Pikhaak van de maand december 2008


Ontmoetingen
Door Wim de Wit
In een vorige Pikhaak heb ik het er over gehad, dat het lijkt alsof de meeste bootje-vaarders in Frankrijk tegenwoordig niet willen, dat er andere schepen tegen het hunne afmeren. Ik vind dat heel, heel jammer. Volgens art. 7.09 BPR mag je niet eens weigeren, maar nog afgezien daarvan, je mist ook een hoop. Namelijk het contact met die buren. Ik zou een heel boek vol kunnen schrijven over onverwachte, interessante, geinige ontmoetingen, die wij in de loop der jaren hebben gehad, met mensen die toevallig met hun boot tegen ons afmeerden. Voor vandaag zal ik me beperken tot zo maar een paar kennismakingen, dit jaar in Revin.

Allereerst de Brittannia. De Brittannia is een antieke sleepboot, een zogenaamd Amsterdammertje. Een plaatje om te zien. Geen vlag, geen thuishaven op de kont. Ik dacht dat het Engelsen waren. Ze vragen een Duitser verderop een beetje op te schuiven langs de kade. Dan kunnen ze er precies tussen. De Duitser weigert. Dan kan hij geen TV meer ontvangen! De Brittannia stelt voor om dan maar bij de Duitser langszij te komen. De Duitser dreigt met een derde Wereldoorlog. De Brittannia heeft geen zin in zo’n hoop stennis en geeft gevolg aan onze uitnodiging om tegen ons aan te komen liggen.
Wat blijkt? Het Amsterdammertje is van Gerrit en Yvonne. Rasechte Dordtenaren. We hebben elkaar nog nooit ontmoet. Ze wonen vlak bij de Kop van ’t Land. Ze hebben zelfs een kleine, eigen haven. Ze komen net terug, helemaal uit het Zuiden van Frankrijk. Hebben daar in het voorjaar Ab en Polly, Bertus en Miep en ook Ben en Tonny ontmoet. Dat zijn mensen uit onze haven die aan de Middellandse Zee overwinteren.
Je hebt het wel eens, dat het ineens klikt met mensen die je voor het eerst ziet. Dat is nu dus ook zo. Al gauw blijkt dat wij gezamenlijk, minstens half Dordrecht kennen. We hebben het druk, want het is niet niks om in zo’n korte tijd de roddels over half Dordt aan elkaar te vertellen. Al met al, een onvergetelijke avond. Yvonne speelt accordeon of liever gezegd, trekzak; ik een beetje gitaar. Het was nog niet op conservatorium niveau, maar wel heel leuk. Yvonne vond het één van de gezelligste avondjes op de hele lange reis naar het Zuiden en terug. Wij hebben ook genoten.

Vervolgens de Marlene van Günther en Marlene uit Aken. Hij is 68, hartstikke dik, te dik. Behoorlijke problemen met de gezondheid. Houden de moed er toch in, zijn niet chagrijnig. Het eerste wat we moeten doen, ist ein kleines Bier bij hun an bord komen trinken. Het weerbericht heeft een frisse avond voorspeld, dus gaan we bij ze binnen zitten.Aardige mensen. Ze hebben heel wat te vertellen! Wij ook trouwens. Binnen de kortste keren kennen wij elkaars hele levensgeschiedenis. Hij drinkt geen druppel alcohol; zij heel, heel weinig. Meestal weten wij wel van wanten, maar deze avond maken we het niet al te laat.
De volgende dag liggen ze ook nog tegen ons aan. Dus nu een drankje bij ons. Een zwoele avond, lekker buiten op het achterdek. Hij nog steeds geen alcohol. Zij is dol op mijn koffielikeurtje van de Lidl. Ze gaan alle twee door het lint als ze horen, dat ik lid ben van een shanty koor. Ik krijg als herinnering een CD helemaal vol met schitterende Duitse Zeemansliederen.
We kennen ze allemaal. Zingen mee uit volle borst en zo hebben we spontaan weer een heel gezellig avondje met mensen die we nog nooit gezien hebben.
In de week er na krijgen we regelmatig buren die door Günther gestuurd zijn: “Revin ist wunderschön, maar soms ein bisschen voll! Ga dan maar naast de Dirk de Groot liggen, dat vinden die mensen niet erg.”




En wat te denken van die huurboot met Israëli’s. Een knoert van een schip, minstens 15 meter lang en hartstikke breed, met aan boord drie echtparen die gezamenlijk een weekje op vakantie zijn. Een van de mannen, kennelijk de schipper, zit achter het stuur. De andere twee mannen staan gereed voor de landing, elk met een levensgrote pikhaak in de aanslag. Ze zijn nog een eindje bij ons vandaan en gelukkig, ze varen heel langzaam. De kapitein schuift een raampje open en roept tegen me, dat hij nog nooit gevaren heeft. Hij vraagt wat hij doen moet, om tegen ons aan te komen liggen. Ik roep hem toe, dat zijn matrozen eerst die vervaarlijke pikhaken maar eens weg moeten halen! Ik vraag of hij een boegschroef heeft. Dat weet hij niet! Dat zal dus wel niet. Ik zeg hem dat hij met een grote boog moet draaien en dan heel langzaam tegen de stroom in, weer in onze richting moet komen varen. En vooral: “No speed, no damage!” Het gaat prima en zo coach ik hem, tikje stuurboord, tikje bakboord, stop, klapje terug en weer stop, precies op het plekje waar ik hem hebben wil. Bij ons aan de achterkant, want voor ligt al een jacht. Een landing uit het boekje. Dat ze de boot ook nog moeten vastmaken, daar hebben ze nog nooit van gehoord. Dat laten ze dan ook met een gerust gevoel aan mij over. En ach, waarom ook niet? We benne op de wereld om mekaar te hellepe nietwaar? Het zijn overigens geen doetjes! Het zijn veteranen met heel wat oorlogservaring. Ik hang aan hun lippen als ze hun verhalen vertellen De kapitein is vliegenier geweest bij de luchtmacht van Israel, de anderen paracommando’s. De ene loopt nog een beetje mank door een ongelukkige landing; de andere heeft een schitterend kunstgebit. Al zijn kiezen verbrijzeld toen hij op een keer na een sprong verkeerd terecht kwam. Het is slecht weer, toch gaan ze met zijn allen de wal op. In de stromende regen. Ze willen alles, maar dan ook alles zien van Frankrijk.



Kort daarop komt in die zelfde stromende regen een Nederlandse platbodem aangevaren. Volgens mij is het een Westlander. Een prachtig klassiek schip, zo te zien in originele staat met zeilen en al, maar de mast gestreken. Leuke boot en een leuke naam: De Helleveeg. Zo zie je er in Frankrijk niet veel. De schipper stuurt nog met een echte helmstok; de schippersvrouw staat op het voordek en probeert zich een beetje droog te houden met een paraplu. Er is maar weinig plaats, dus nodig ik ze uit bij ons, d.w.z. als derde schip, tegen de Israëli’s. Die zullen absoluut geen moeite hebben met artikel 7.09. De Hellevegers, een leuk jong gezin met drie zonen. Ik schat ze 6, 7 en 8 of zoiets. Papa is docent en collega en goede kennis van Dick Smit bij ons uit de haven. Dick Smit verzorgt al jaren cursussen motortechniek en elektra voor onze vereniging en voor bevriende clubjes. En alweer: Wat een klein wereldje toch! Ze zijn al een flink aantal weken onderweg en gaan nu op de terugreis. Ze vinden Frankrijk absoluut een topper. Alleen jammer dat je er op de binnenwateren helemaal niet kunt zeilen. Ze hebben maar twee keer de zeilen gehesen. Ik persoonlijk vind dat al een hele prestatie. Ze blijven nog een extra dagje in Revin. De jongens moeten af en toe een poosje vaste grond onder hun voeten hebben. Stoom afblazen. Voetballen, fietsen, rennen…………..
Het wereldje blijkt nog kleiner te zijn. Als ik een paar maanden later, terug ben in Dordt, moet ik uit gaan zoeken hoe het nu precies zit met zo’n vuilwatertank op historische schepen. Ik heb de klok horen luiden, dat oude schepen vrijgesteld zijn. En raad eens! Bij mijn speurtocht kom ik de Hellevegers weer tegen. Mevrouw is namelijk secretaris van de Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig. De LVBHB. Ik krijg allerlei nuttige informatie over zaken waarvan ik helemaal geen weet had. De Dirk de Groot is inmiddels aangemeld bij de FONV (Federatie oud Nederlandse Vaartuigen) en krijgt binnenkort het predicaat Historisch Casco. En ik zelf, ik ben lid geworden van de LVBHB.

Dat bedoel ik nou met leuke, onverwachte ontmoetingen!

Geen opmerkingen: