Welkom op de weblog van .... M S D I R K D E G R O O T....


vrijdag 30 november 2007

Wet van Murphy

De Wet van Murphy stelt, dat als er iets mis kan gaan, dat ook zal gebeuren, en wel met het meest ernstige gevolg op het meest onverwachte moment.



Of met andere woorden: Wat er allemaal mis kan gaan als Wim de Wit na lange tijd weer eens een verhaaltje gaat schrijven voor De Pikhaak. ( Het clubblad van de KDR&ZV)



Als ik vooraf een mailtje naar de redactie wil sturen om een beetje ruimte te reserveren voor mijn eerste Rattenverhaal, gaat het al mis. Wat er precies verkeerd gaat weet ik niet. Er staat een melding op mijn scherm: ‘Kan het bestand niet verwijderen’. Nog een keertje zenden. Weer: ‘Kan het bestand niet verwijderen’. Nog een paar keer proberen. Tenslotte blijkt dat ik het bericht 5x heb gestuurd.


Een verontschuldigings-e-mailtje aan de redactie gestuurd. Kort samengevat: Sorry hoor. Vijf keer was natuurlijk niet de bedoeling. Een was voldoende. Hopelijk is het geen voorbode voor onze toekomstige samenwerking.


De volgende dag is mijn verhaal klaar en wil ik even een printje uitdraaien. Emmy leest namelijk altijd alles wat ik schrijf kritisch door en controleert op fouten en op stijl. Dus de computer gestart. Melding (in mijn eigen woorden): ´Het programma heeft een vreselijke fout gemaakt. Als U doorgaat kan de computer ontploffen of zoiets´. Dan moet ik natuurlijk wel stoppen. Het duurt uren en uren maar uiteindelijk slaag ik er toch in, het verhaal uit de geheimzinnige diepten van mijn laptop terug op het scherm te krijgen. Vraag me niet hoe!


Maar nu kan ik eindelijk gaan printen! Weer een kreet op het scherm: ´Printer doet het niet´. Nog een poging: ´Printer doet het niet´. Wat nu weer? Ik moet me in allerlei bochten wringen om te kunnen lezen wat er op het mini-mini schermpje van de printer staat: ´Geel op!´ Ook dat nog.


Hoe gaat dat ook weer? Inktpatroon verwisselen? ‘Emma! Weet jij waar al die gebruiksaanwijzingen liggen?’ Heel de boot overhoop gehaald. Ten langen leste gevonden.


Deksel optillen aan de rechterkant. Oude patroon verwijderen. Nieuwe patroon plaatsen. Goed aandrukken. Deksel sluiten. Klaar is Kees.


Ja, dat dacht ik. Op het computerscherm de kreet: ´Printer doet het niet´. Hoe kan dat nou. Weer in allerlei bochten gewrongen om op het printerschermpje te kijken. ´Het is niet goed gegaan. Patroon eruit halen´. Opnieuw plaatsen en goed aandrukken. Deze handelingen herhaal ik ongeveer 8 keer. Het lukt niet. Ik krijg een flinke inzinking en geef de moed even op.


Maar niet voor lang. Ik krijg een briljant idee. Ik haal de stekker van de printer er uit en doe hem er na een tijdje weer in. Op de computer: ´De printer doet het niet.


Op het mini-schermpje van de printer, opnieuw in een s-bocht gewrongen lees ik: ´Blauw is op!´ Jemigdepemig! Waar is die andere patroon nou gebleven­? Die lag toch net nog hier! Tijdens het zoeken, heb ik de oude gele patroon omgestoten, zonder dat ik het zag. Er zat nog behoorlijk wat in, dus alles onder de gele inkt. Mijn handen, mijn bureautje, mijn muismat, mijn blocnote enz.


Zulke dingen ben ik wel gewend. Dus eerst aan de grote schoonmaak. Dan de oude blauwe patroon er uit. Nieuwe blauwe patroon er in. Deksel sluiten. En ja hoor. Daar komt het verhaaltje keurig uitgeprint op papier.




Emmy controleert de boel. Ik breng de nodige correcties aan. Na het eten ga ik nog even bij mijn zoon langs. De centrale verwarming lekt daar. Dat hoop ik te kunnen verhelpen en als ik dan thuis kom, kan ik mijn schrijvelaarei naar de redactie van de Pikhaak mailen. Ik ben dan ruim op tijd voor het eerstkomende nummer.



Als ik terug aan boord kom, zie ik geen licht branden. Alleen maar wat kaarsjes.


Van Emma krijg ik te horen: ‘ De stroom is uitgevallen.’ Het blijkt de aardlek te zijn. Dus is het probleem snel verholpen.



Kan ik voordat Nova begint, nog even mijn email doorsturen.


Ik maak nog een kleine aantekening voor de Pikhaak redactie, voeg de bijlagen toe, druk op verzenden en…..pang, opnieuw valt de stroom uit. De accu zit niet in de laptop. Alles kwijt! De aardlek blijft er uit vliegen. Voor vandaag is het echt mooi geweest. Ik start het generatorset, en ga lekker naar Nova kijken. Morgen zien we wel weer verder.


De volgende ochtend start ik de generator weer, omdat de walstroom het nog steeds niet doet. Hoewel ons eigen stroomfabriekje gisterenavond zeker twee uur probleemloos heeft gedraaid, stopt hij er nu na 10 minuten al mee. Nog een zorg erbij.


Ik bel onze materiaalcommissaris Bas Bastiaanse voor het walstroom probleem en mijn maat Kees voor het generator probleem. Ze arriveren ongeveer allebei tegelijk.


Na overleg en een beetje experimenteren, stellen we vast, dat de aardlekschakelaar in het kastje op het vlot kapot moet zijn. Bas monteert een andere. Hij is daar vreselijk rap in en het karwei is in een oogwenk geklaard! Volgens menselijke normen moet het probleem zijn opgelost. Maar gelden er bij ons aan boord menselijke normen?



Mijn maat Kees en ik gaan ons verdiepen in het generator probleem. Waarom is die er mee gestopt? We hebben eerst nog recht op een bakkie koffie. Senseo! Wat denk je? Pang! De stroom eraf! De aardlek opnieuw eruit! Bas is weg. Toch de aardlek! Zou het probleem dan toch bij ons aan boord zitten?


De aardlekdeskundigen bij ons in de haven, beweren al jaren, dat het opsporen van een aardlekstoring heel lastig is. Op een boot is het altijd weer net even anders dan in een huis. Wat mij betreft hebben ze gelijk.


Samen met Kees, - hij heeft de laatste jaren al zo veel werk bij ons aan boord verzet, dat ik hem onze walmachinist noem -, zijn we verder de hele dag aan het zoeken. Je moet alle stopcontacten en verbindingen van het 220 Volt systeem uittesten. Stekker eruit, stekker erin; stekker eruit, stekker erin. Tot vervelens toe. Dan weer wel spanning; dan weer geen spanning. Emmy heeft deze week de snelkookpan laten overkoken. Het hele kombuis onder de soep! Is er wellicht soep in het stopcontact gekomen waardoor………? Dat zou best eens kunnen. Dus slopen we bijna alle elektriek in het kombuis. Testen. Nee, dat was het toch niet. Wat jammer nou.



We horen een gek rammeltje bij de drie-standen-schakelaar, walstroom/gen.set./omvormer. Het kan ook het relais zijn. Daar klopt iets niet. Zou de schakelaar of het relais defect zijn? Het moet uitgetest worden. Er zit niets anders op. Geloof me of niet, maar daar komen 7 dikke elektriciteitskabels tesamen. Bijna allemaal drie-aderig. Gelukkig hebben we al die draden genummerd en heel duidelijke schetsen gemaakt. Het weer in elkaar zetten van het spul moet een fluitje van een cent zijn. Nee dus, want die schetsen zijn nog niet uitgeprint. Die zitten in de computer. En de computer doet het niet meer. Met al dat gehannes is de accu van de laptop leeggeraakt!


En verder? Hoewel we een driedubbele voorziening hebben voor 220 volt, zijn we nu totaal uitgerangeerd! Walstroom hebben we niet meer. Het generatorset is uitgevallen en de ingewikkelde aansluitingen van de omvormer zijn losgekoppeld. Schetsen om alles weer fatsoenlijk aan elkaar te breien, hebben we wel, maar die zitten in de computer. Die het niet doet! We hebben alleen nog olie-lampjes en kaarsen. Het begint al een beetje donker te worden.


Uiteindelijk stellen we vast, dat het probleem niet bij ons aan boord ligt. Er moet een breuk zitten, tussen ons elektriciteitskastje en de grote stroomkast op de wal. Een heel aardige buurman uit de haven gaat nog een paar dagen varen en we mogen onze kabel inpluggen in zijn walstroomkastje. We maken graag gebruik van zijn aanbod. Voor de zekerheid testen we nog een keer met de multi-meter. Er staat geen spanning op onze walaansluiting. Kees drinkt een kopje koffie. Ik ga in de machinekamer op zoek naar mijn kabelhaspel om die uit te rollen naar het kastje van de aardige buurman. En dan plotseling, floep daar gaat de TL-lamp branden en nog eens floep daar springt de centrale verwarming aan. En paf, daar gaan ze beide weer uit en even later floep, alle twee weer aan. Dan zie ik voor het eerst van mijn leven een flikkerende olie-gestookte centrale verwarmingsketel. Een bewijs te meer dat de storing aan de wal zit en niet aan boord!


We rollen de haspel uit. Kees goochelt een provisorische noodverbinding met alle losse eindjes, zodat we toch stroom aan boord kunnen krijgen. We pluggen in bij de buren. Het is al aarde donker, maar geen probleem. Alle elektriciteit doet het en blijft het ook doen tot de volgende morgen. Elektriekman Bas, de goeierd, is er al heel vroeg die ochtend. Hij sluit ons aan op een andere groep. Alles werkt en blijft werken. Het duurt nog een paar uur voor ik de computer aan durf te raken. Op bovennatuurlijke wijze slaag ik er in de verloren gegane bestanden uit het niets weer boven water te krijgen. En zo ben ik toch nog in staat, mijn stukje voor de Pikhaak net op tijd bij de redactie te krijgen.


Kees komt morgen om de elektrische verbindingen weer goed aan te sluiten, Ik heb al een print van de schetsen klaar liggen.


Wat er met het generator set aan de hand is, weten we nog niet. Dat vertel ik U misschien later nog een keer.



Wim de Wit


woensdag 28 november 2007

CD Opname Zeemanskoor de Kleine Jantjes



Zaterdag 24 november 2007 is het dan eindelijk zover. De dag van de CD opname. We moeten er om 10 uur zijn, maar als ik even na 9.30 uur arriveer, is bijna het hele koor al aanwezig. In het schitterende clubgebouw van het Dordrechts Philharmonisch Orkest, in het zogenoemde Huis van de Phil. Nog geen bier natuurlijk op dit vroege tijdstip en haring helemaal niet; maar een kopje koffie om goed wakker te worden, gaat er ook wel in.
Er moet flink aangepoot worden vandaag. Daar zijn we op voorbereid. We moeten 18 nummers opnemen en dat is geen kattenpis! Dus wordt er klokslag tien uur met het karwei begonnen. Het is geweldig om te zien hoe gemotiveerd alle Jantjes vandaag zijn. Vergeleken met een normale repetitie, lijkt het nu wel een modelklas! Er heerst een discipline als bij een peloton Mariniers dat op oefening is. Het is zelfs 18 keer voorgekomen, dat de Jantjes wel twee maal vijf seconden lang hun waffel konden houden. Namelijk als het rode opnamelampje brandde.
Grandioos. Daarom verlopen de opnamen ook buitengewoon soepel. Het één na het andere lied komt op de band te staan. Soms moet het een keertje over gedaan worden, maar meestal is het in één klap raak. Wat wil je anders met zo’n grote groep klasse-zangers! En wat te denken van onze grandioze muzikanten!
Tussen de bedrijven door, komt een fotograaf met een paardenstaart plaatjes schieten voor de hoes van de CD.
Al met al is het best gezellig. Vooral in de korte pauzes die we hebben. Het bestuur heeft nota bene zelfs voor een lunch gezorgd. Heerlijk ouderwets, broodjes met een beker koude melk. Ik moet denken aan vroeger. Toen we op school ook iedere dag zo’n flesje melk kregen.
Na het eten gaan we onvervaard verder. We zijn ongeveer op de helft. De discipline verslapt niet, maar het tempo loopt langzaam maar zeker een beetje terug. Dat is ook niet zo vreemd. De vermoeidheid begint toe te slaan. Vind je het gek? Ik heb eens rond gekeken en telde geloof ik niet meer dan 3 Jannen, die nog geen grijs haar hebben! Maar we blijven enthousiast doorgaan. De ene song na de andere. Pas helemaal aan het eind, wordt er een biertje gedronken, maar dan is het al bijna vijf uur.
De dirigent is trots op ons en wij zijn heel trots op onze dirigent. Vooral als hij, na alles afgeluisterd te hebben, bekend maakt, dat de opnames heel goed gelukt zijn. Boven verwachting zelfs. Dan hoor je het ook eens van een ander. Grandioos toch? Nu kijken we met spanning uit naar de dag waarop ons meesterwerk wordt uitgebracht.
Met dank aan Mirjam, die de foto's gemaakt heeft.






.

Meer foto's van de Kleine Jantjes?
Klik hier


25/11/2007
Wim de Wit

dinsdag 27 november 2007

Boodschappen doen op de brommer


Boodschappen doen op de brommer
Toen ik een paar jaar geleden mijn Sparta Met kocht, om me daarmee een beetje gemakkelijker door Frankrijk te verplaatsen, toen had ik nog nooit van mijn leven een brommer gehad. Om toch enigszins op het drukke verkeer voorbereid te zijn, ben ik op stel en sprong naar Oost-Azie vertrokken! Voor een spoedcursus boodschappen doen op de brommer! Ik heb er wat foto's van laten maken. Kijk zelf maar eens.

KLIK HIER

zaterdag 24 november 2007

De Kleine Jantjes



Zoals U waarschijnlijk wel weet, ben ik al meer dan 20 jaar lid van het Dordtse Zeemanskoor De Kleine Jantjes. Op de website van de ZD&O staat over “De Jantjes” het volgende verhaaltje

Zeemanskoor "De Kleine Jantjes" Dordrecht

In oktober 1987 bestond de Z.D. & O. 50 jaar en dat werd gevierd met een groot Jubileumfeest in schouwburg Kunstmin. De jubileumcommissie die deze avond organiseerde, had van tevoren ook bedacht dat Z.D.& O.-ers die een biertje drinken, vaak gaan (nou ja, proberen te) zingen. Er begint er ééntje, de rest valt bij, kent de tekst niet en het lied valt stil.
Binnen de commissie is toen bedacht om een aantal mensen de tekst op een papiertje te geven, er iemand voor te zetten die een teken geeft om te beginnen en aan het eind een teken om iedereen z'n waffel te laten houden. Deze samenwerking van zingende mensen lijkt dan een koor.
Uit de ledenlijst van de Z.D.& O is toen een selectie gemaakt van ca. 20 -25 personen. De
selectiecriteria waren: een grote bek hebben, bier lusten en gezellig zijn. Deze personen zijn aangeschreven met de mededeling, dat ze vanwege hun muzikale kwaliteiten werden
uitgenodigd om deel te nemen aan het koor "De kleine Jantjes" en dat een repetitie op een bepaalde datum zou plaatsvinden. Alle aangeschrevenen plus één kwamen die avond naar de repetitie, die éne had het van een kennis gehoord en was daarom ook maar meegekomen.
De 1e repetitie, die muzikaal werd ondersteund door Nol Luijten en geleid door de professionele dirigent Jacob van den Hout verliep zo goed, dat er voor de feestavond niet meer gevreesd hoefde te worden. Het optreden op de feestavond werd een succes: na het verzamelen van alle koorleden in de stemkamer van theater Kunstmin, werd eerst een harinkje gehapt, uiteraard met ui. Ook werd hier het inzingen gedaan, samen met een biertje om de haring weg te spoelen. Daarna volgde de opkomst voor het publiek: onze entree zal bij veel van de toenmalige gasten nog in het geheugen gegrift staan: een vrolijke groep in Jantjes-T-shirt gehulde en van papieren matrozenmuts voorziene kwekkende kerels, onderweg naar het podium. Sommige mensen herinneren zich nog de haringlucht die deze Jantjes mee de zaal in brachten .Onze dirigent Jacob, gehuld in pandjesjas en getooid met een bril met verlichting, stelde ons voor aan het publiek en leidde ons koor met succes door het optreden. Na deze schitterende jubileumavond en dit Jantjes-optreden, vonden een groot aantal zangers dat het zonde zou zijn om het bij dit éénmalige optreden te laten. Er is toen besloten door te gaan met het koor. De Kleine Jantjes en dat heeft er in geresulteerd, dat we nu al bijna 17 jaar een zeemanskoor binnen onze zeilvereniging hebben, waar door 63 personen om de 14 dagen wordt gerepeteerd en ca. 10 keer per jaar één of ander optreden wordt verzorgd.
Er bestaat een wachtlijst voor nieuwe leden, maar bij het aanvullen van koorleden gelden nog steeds dezelfde criteria als in 1987: gezellig zijn, een biertje lusten en een grote waffel hebben. Oh ja, er is nog een eis: elk Klein Jantje moet lid zijn van de Z.D. & O., wij noemen ons niet een echt koor, maar een groep zingende watersporters.



Intussen hebben we dit jaar het 20 jarig jubileum gevierd met een spetterend feest in de Pontonnier, voorafgegaan door allerlei gezellige feestelijke attracties en een optreden voor ons zelf in de Grote Kerk.

Het volgende hoogte punt in het bestaan van De Kleine Jantjes staat voor de deur. Namelijk het uitbrengen van onze tweede CD! U leest het goed, onze tweede CD. Dat gaat gebeuren op zaterdag 24 november 2007 in het Muziekcentrum van het Dordts Philharmonisch Orkest.
Wij hebben met z’n allen eendrachtig de longen uit ons lijf geoefend en wij zijn er van overtuigd, dat deze CD een oorverdovend succes zal gaan worden!
Ik hoop U hier later wat meer over te kunnen vertellen.



Meer foto's van de Kleine Jantjes?

Klik hier

donderdag 15 november 2007

Ratten deel 1

Ratten deel 1
Dit rattenverhaal is opgenomen in het november nummer 2007 van het clubblad van de Koninklijke Dordrechtsche Roei- en Zeilvereeniging, de Pikhaak



Met de Dirk de Groot op herhaling
Door Wim de Wit

Jaren geleden heb ik tamelijk veel in de Pikhaak geschreven. Ik had een soort van eigen rubriekje, het Nieuwe Haven Nieuws, waarin ik de wederwaardigheden van onze haven beschreef. Met al z’n ups en al z’n downs. Maar dat niet alleen. Ik heb ook heel wat verhaaltjes in elkaar gedraaid over onze belevenissen met de motortjalk Dirk de Groot.
De laatste jaren is er niet veel van schrijven gekomen. Druk, druk druk, zullen we maar zeggen. Toch gebeurt het nog al eens, dat ik van mensen uit de vereniging te horen krijg: “Zeg Willem, wanneer ga je weer eens wat voor de Pikhaak schrijven?” Dat is eigenlijk best een leuke aanmoediging en daarom heb ik me voorgenomen het weer te gaan proberen. Met uw welnemen natuurlijk. Ik had gedacht, om als aanloopje, te starten met een paar al eerder gepubliceerde verhaaltjes onder het motto Met de Dirk de Groot op herhaling.
Ik hoop dat de oudere leden, deze verhaaltjes toch de moeite waard vinden om nog een keer te lezen. Misschien komt er een brokje gevoel van nostalgie bovendrijven. Vanzelfsprekend hoop ik ook, dat ze in de smaak zullen vallen bij onze nieuwe leden. Ik ga mijn best doen om binnen niet al te lange tijd met nieuwe avonturen op de proppen te komen! Nu volgt, -een ietsie pietsie aangepast-, het rattenverhaal op herhaling.

RATTEN
(Een raadsel
)
Door Wim de Wit
a/b Motortjalk Dirk de Groot

Toen onze vorige teckel nog leefde, dus feitelijk nog helemaal niet zo erg lang geleden, toen waren de huizen aan de Nieuwe Haven, nog niet aangesloten op de rioolzuivering. De toi­letaf­voe­ren kwamen al eeuwenlang recht­streeks in de haven terecht. Ongefilterd, met alles d’r op en d’r aan en d’r in. Die toestanden zijn nu gelukkig verleden tijd, maar toen kwam het regel­matig voor, dat je een flinke rat over de steigers van onze jachthaven zag huppe­len. Soms zag je er hele rattenfamilies. Ze amuseerden zich koste­lijk, zo te zien! Ze speelden tikkertje of verstoppertje en soms zelfs haasje-over.
Dit alles maakte niet al te veel indruk op ons. We waren er aan gewend en boven­dien, je kon er toch niets aan doen. Ratten zijn nu eenmaal zo vlug als water en als je maar een beetje in hun buurt kwam, dan waren ze, hupsa­kee, verdwenen, tussen de vlot­ten, onder water of terug in het riool.
Maar op een kwade dag, midden in de zomer, begon het gedonder! We hadden een RAT aan boord. Het bewijs was onom­sto­telijk gele­verd, hij vrat aan de komkommers en hij vrat aan de brokken, van Tobbe de Teckel. Bovendien vonden we overal keuteltjes. In de voorpiek, in de machinekamer, in de roef en zelfs in de hutten waar we slapen. Wat moet je in vredesnaam doen in zo'n geval? In hoeveel zijn het er wel niet? We zijn niet echt bang van ratten en m'n vrouw Emmy, wordt er zelfs een beetje door vertederd. Maar ik vond het toch een vervelend idee dat die beesten zo maar door de boot konden lopen en zelfs, rustig door mijn hut wan­delden, terwijl ik lag te pitten.

Op advies van de Havenmeester, namen we contact op met de afdeling Ongedierte Bestrijding van de Gemeente. Dezelfde dag nog verscheen er een rattenvanger. We zagen meteen dat hij niet uit Hamelen kwam, want in plaats van de ratten met z'n fluit weg te lokken, gaf hij ons een zakje tarwekorrels, die in rattengif waren ge­drenkt. Hij stelde ons gerust en vertelde, dat het hoogstwaarschijnlijk maar om één rat ging en dat we binnen een paar dagen van het probleem af zouden zijn. Het lijkje zou volledig uitdrogen en tot stof vergaan. Einde verhaal.
Dat dachten we tenminste, maar niets bleek minder waar. We hebben de korrels uitgestrooid, op een plekje waar wel de rat, maar niet de hond kon komen. Kort daarop moesten we de boot een dag of wat in de steek laten. We moesten de stad uit voor een familie feest in Drenthe. ­­­­­Het werd almaar warmer en warmer en toen wij enkele dagen later terug in Dordrecht kwamen, was het een complete hitte­golf met temperaturen van 34 graden Celsius. U raadt al wat ons aan boord te wachten stond. Toen we de deur van de roef open schoven, kwam ons niet alleen een verzengen­de, laaiende, gloeiende hitte tege­moet, maar ook een onverdraaglijke, misselijkmakende, walge­lijke stank. Een pure lijken­lucht! Die ratten­van­ger met z'n prachtige verhalen over uitdrogen en tot stof vergaan. Daar waren we letterlijk en figuurlijk mooi ingeston­ken. Onvoor­waarde­lijk en zonder enig wantrouwen hadden wij hem ge­loofd. Wat weten wij nou van rattenbestrijding? Maar voorlo­pig lag er een rottend kreng bij ons aan boord te stin­ken. Waar­schijnlijk op een plek waar je nooit meer bij kon komen. Op het vlak tussen de kattensporen, onder de vloer of ergens onbereikbaar tussen de betimmering.
Over het algemeen zijn we chronische pechvogels, maar dit keer hadden we het grootste geluk van de wereld. Nog geen kwartier later vond ik de dooie rat. Hij lag in de machineka­mer op een stapel reserve slangen. Heel vredig eigenlijk, alsof ie lag te slapen. Kokhalzend en beschermd door plastic werkhandschoenen, kon ik hem met een grote schroevendraaier optillen en in een plastic zak stoppen. Vervolgens de plastic zak in de container, alle deuren en ramen wagenwijd open en hoewel er geen zuchtje wind stond, was het de volgende morgen toch weer enigszins dragelijk aan boord.

Het volgende voorjaar was het weer prijs. Er zat opnieuw een rat aan boord. Alle symptomen waren hetzelfde, aangevreten komkommers, opgevreten hondenbrokken en overal keuteltjes.
We hadden nog een voorraadje rattenvergif aan boord maar we zouden wel gek zijn als we dat gebruikten. Het stond voor ons vast, dat we dan tot in lengte van dagen met een stinkend kadaver opgescheept zouden zitten. Zo'n geluk als vorige keer, toen we hem binnen een kwartier vonden, dat maak je nooit meer mee. Goede raad is duur.
We kochten een ratteklem en zetten die, met een brokje kaas erin, op een plekje waar de hond niet bij kon komen. Deze keer bleek het een hele slimme rat te zijn. Telkens als we ‘s morgens gingen kijken, was de kaas verdwenen en van de rat geen spoor te bekennen. Behalve overal keuteltjes als teken van leven. Eigenlijk liep het heel saai af, deze episode van de rattenstory. We lieten met opzet 's nacht alle ramen, deuren en luiken openstaan en niet te geloven, na een paar dagen, geen keutel­tjes meer, geen aangevreten komkommers en ook geen aangevreten hondenbrokken meer. Onze gast had gewoon op eigen gelegenheid ons schip verlaten.

Als we eind juni dat jaar op vakantie willen gaan, hebben we voor de derde keer een rat aan boord. Hij is er al minstens een week en alles wat we tot nu toe gedaan hebben om hem kwijt te raken, is mislukt. Zelfs een afwisselend menu van spek en kaas in de ratteklem heeft niet geholpen. Dag en nacht alle luiken en deuren open evenmin. We zullen hem mee op vakantie moeten nemen, er zit niets anders op.

Dit jaar gaan we voor het eerst met de tjalk naar het buiten­land. We worden vergezeld door de familie Rutte met hun motorboot, de Twee Rammen 2. Onze trouwe vrienden Harry en Ineke. Tante Gerrie, de moeder van Ineke, gaat gezellig ook een weekje mee. We hebben niet veel plannen gemaakt. We laten het gewoon op ons af komen. Ons eerste doel is Antwerpen en als we eenmaal daar zijn, zullen we wel verder zien.

Emmy en ik zitten toch wel een beetje met die rat in ons maag. Figuurlijk wel te verstaan. In verband met onze vriend Harry! De meesten van jullie kennen hem wel. Hij is 1,90 m. lang, zo sterk als een beer en van de duvel en z'n ouwe moer niet bang. Maar……Uit vroegere verhalen van Harry, hebben we toch wel begrepen, dat hij van ratten en muizen, die griezelige beesten, absoluut niks moet hebben. En dat is dan nog maar zwakjes uitgedrukt.
Daarom besluiten we, dat van die rat maar onder de pet te houden tegenover Harry. We zijn bang dat hij niet meer op z'n gemak bij ons aan boord zit, als hij weet dat er een rat door de boot heen scharrelt. Wat niet weet, wat niet deert toch?
Zo verlaten we op een mooie zonnige zaterdag de Nieuwe Haven en na een overnachting bij de Volkeraksluis, komen we de volgende dag, tegen de avond in Antwerpen aan. We vinden een leuk plekje vlak bij de Londenbrug in het Kattendijksdok. Hier van­daan zit je met de fiets binnen vijf minuten midden in het centrum. Wat een prachtige, heerlijke vrolijke stad is Antwerpen. Wat een gezellige terrasjes, wat een schitterende gebouwen en wat een magnifiek uitzicht als je langs de Schelde wandelt. En de mensen zijn zo vriende­lijk en gastvrij, het lijkt wel of je in een andere wereld bent terechtgekomen.
Alle dagen dat we in Antwerpen liggen genieten we werkelijk met volle teugen. Onze rat geniet er vermoedelijk ook van, want wat we ook doen, hij blijft trouw bij ons aan boord. Overal keuteltjes, aangevreten komkommers, hondenbrokken waaraan geknaagd is, enz. Tegenover Harry blijven we zwijgen als het graf. Wat moeten we anders?
We weten zelf immers ook niet hoe dit moet gaan aflopen

Helaas moeten we ons verhaal hier onderbreken om nog wat ruimte te laten voor de overige artikelen in de Pikhaak. Maar wees gerust. Volgende keer gaan we verder. Zet U maar schrap, want het wordt hoe langer hoe gekker.

zondag 11 november 2007

De zeer Oude Dirk

De oude en zeer oude Dirk

Het is vaker gebeurd dat ik wat foto's toegestopt kreeg van vorige eigenaren.
Hier is zo'n setje foto's. In die tijd, ca. 1975, heette het schip Vrouwe Apollonia. De binnen-besturing ontbrak nog geheel. Maar onze fameuze tafel staat er al en ook de zeer praktische kaartentafel! En zoals op de foto hieronder is te zien, stond er nog geen grote gasolietank op het voordek
.





Over oude Dirken gesproken





In Dordrecht hebben we nog een oude Dirk gevonden. Hier mogen we zelfs wel over een stokoude Dirk spreken. Hij was Graaf van Holland en is in 1049 gesneuveld. Zijn standbeeld staat nota bene vlak bij onze haven, in de Varkenmarkt.

zaterdag 10 november 2007

De rampnacht van de Dirk de Groot


De FURIE-2 komt aanstomen


Toen wij enkele jaren geleden, met Anton en Mirza als gasten aan boord, in de week van Oud en Nieuw in de jachthaven van Antwerpen lagen, kwam er tijdens een hevige plensbui, een mijnheer naar de Dirk de Groot toegestapt. Kennelijk was het een van de gasten in de Antwerpse jachthaven, maar ik kende hem niet. Hij had een enveloppe in zijn hand, die hij snel aan mij gaf met daarbij de woorden: “Oh, jullie hebben visite, zie ik. Hier. Het is zo maar een geintje. Je moet er maar eens naar kijken als het schikt”. En weg was hij al weer, in de stromende regen, mij beteuterd achter latend, met die enveloppe.



Er zou nog een bevriend stel op bezoek komen bij ons aan boord en daarom waren we zeer druk in de weer met de voorbereidingen voor een Oudejaarsavondfeestje met z’n zessen. Oliebollen bakken, salades maken. Massaal inkopen doen. Eten en drinken, zo veel, het leek wel voor een weeshuis. We hebben met z’n allen naar waarde genoten en zijn ook op gepaste wijze de drempel van het nieuwe jaar overgestapt. Echter, de enveloppe met de geheimzinnige inhoud had ik even aan de kant gelegd en door alle beroering, heb ik er helemaal niet meer aan gedacht. Dat kwam pas enkele dagen later, toen we op de thuisreis waren, in het Schelde-Rijnkanaal. Wat zat er nou in dat envelopje? Het bleek een spectaculair verslag te zijn over onze Dirk de Groot. Het speelde zich af in 1977. Veertien jaar voordat wij het schip kochten. Er zat ook een fotokopie van een foto bij. “Heel leuk om daar later nog eens een verhaaltje om heen te breien”, dacht ik en ik borg de paparassen zo goed op, dat ze pas onlangs weer boven water kwamen.



Ik ben er dit keer direct mee aan de slag gegaan. Via internet heb ik de schrijver opgespoord. Het bleek Geert Theunisse te zijn van Bergingsbedrijf Theunisse uit Dintelsas. Men noemde hem "De Vrijbuiter van de Zeeuwse Stromen" Hij heeft daar jarenlang op de Furie 2 en later de Furie 3 gevaren . Als het slecht weer was daar in die hoek, dan hoorde je heel vaak via de marifoon, dat de Furie te hulp geroepen werd. Geert heeft intussen al een aantal boeken uitgegeven. In één van zijn boeken, namelijk -Bergers- Werken op water, komt het hierna gepubliceerde verslag uit 1977 voor.


Geert heeft me toestemming gegeven om zijn verhaal op mijn weblog te plaatsen en ook om het te publiceren in het clubblad van onze vereniging KDR&ZV, de Pikhaak. Hij stuurde me zelfs nog een paar leuke foto’s om er bij te doen.


Hij heeft ook een hele leuke site! Klik hier


Nogmaals met dank aan de schrijver volgt hier





De rampnacht van de Dirk de Groot


Door Geert Theunisse


Juni ‘77 was de motortjalk ‘Dirk de Groot’ Dintelsas binnengekomen en de schipper had hem bij de bunker droog gezet om even te banken. Lekker een beetje schrappen en teren. Niks bijzonders, dat gebeurde daar heel veel in dat hoekje. Deden we zelf ook altijd. Ik kwam ‘s avonds rond een uur of 9 terug binnen van een karweitje op de Krammer en zag de Dirk daar in het hoekje zitten. Het was nog half over de vloed. Er was ook nog een boel drukte op die tjalk, op het achterdek. Dichterbij gekomen zag ik een heel ploegje mensen druk bezig met achter mekaar door volle emmers water overboord te kieperen. Erg, erg haastig. Waar halen ze al dat water toch uit? Nou gewoon: uit de machinekamer. Ik ga met Furie-2 dichter naar de kont van de tjalk, het kon net en roep: ‘Is er wat?’ Maar een heel grote brul kreeg ik terug:


‘EEN POMP!!’


Kwam dat effe goed uit. Ik douwde met de Deutz vol-aan de Furie-2 een eind uit het vlot en schoof nog wat verder naar de tjalk toe. Pomp aan. De 3 duimer naar voren gesjouwd en die was mooi lang genoeg om in de machinekamer van de Dirk te komen.

Dat ging iets beter dan met de emmertjes. We waren net op tijd om het water uit de woning weg te houden. Wat bleek nu het geval? Die tjalk had nog van die kleine poortjes in de kont voor de stuurketting. Twee gaatjes van een cm. of 8-9 waren dat. Ze zat natuurlijk ook nog flink achterover, droogstaand op het strandje. Toen de vloed kwam waren even later die gaatjes in de kont aan de beurt.. .We hebben aan die machinekamer nog een hele klus gehad. Ongeveer alles hebben we moeten vernieuwen, hoofdmotor en al. We hebben ook het stuurwerk veranderd en de gaatjes in de kont nu maar dichtgemaakt. Eigenaar Rien uit het Rotterdamse en zijn familie zijn een jarenlange plezierige relatie geworden.

Links ziet U De benen van Rien Peters