Welkom op de weblog van .... M S D I R K D E G R O O T....


maandag 30 mei 2016

De Havenmeester van de KDR&ZV



Toen ik van de week het hier afgedrukte prentje van het militaire defilé zag, toen moest ik meteen aan onze havenmeester denken! Niet zozeer omdat onze havenmeester zich als een typisch militair gedraagt, maar meer in verband met het grote aantal bazen dat hij heeft! Dat lijkt inderdaad op een heel regiment! Denk even met me mee. Het hoofdbestuur 11 man! Twee Havencommissarissen! De Havencommissie met aanhang, samen zeker 10 man, alle Havenleden: bijna 130 man! En dan, niet te vergeten, drie tot vierduizend passanten per jaar! Je zou toch zo’n baan hebben.
En iedereen bemoeit zich met zijn werk. Maar niet in het vaarseizoen! Want dan zijn alle bazen met de boot op vakantie  en dan moet de Havenmeester met zijn assistent alle problemen zelfstandig oplossen! En dat doet hij toch fantastisch?

Daarom pleit ik voor wat meer begrip en respect voor onze Havenmeester. Hij moet heel veel meesters dienen en dat is heus niet zo gemakkelijk!

donderdag 3 maart 2016

Hondenpoep!


Parketnummer 96146422-13

Wellicht herinnert U zich nog, dat ik een paar jaar geleden een bekeuring heb gekregen, omdat ik een drolletje van onze Teckel niet in de vuilnisbak, maar in de haven had gegooid.
Misdaadverslaggever Peter L. de Vlies heeft toen op ludieke wijze in de Pikhaak beschreven wat ik allemaal gedaan heb om mijn recht te krijgen. Zijn artikelen zijn nog terug te vinden op het internet. Sindsdien heb ik nooit meer iets van welke instantie dan ook, gehoord!
Toevallig schoot  “deze affaire” me een paar weken geleden weer in gedachte en ik vroeg me af hoe de zaak er nu voor zou staan. Ons hondje is al anderhalf jaar dood, dus die wordt er niet meer wijzer van. Maar hoe zit het met zijn baasje?

Is die nog steeds formeel verdachte. Dreigt er nog steeds een strafblad? Kan justitie zo maar oneindig doorgaan met het rekken van een procedure.
Ik lag er niet ècht wakker van, maar toch! Het Juridisch Loket, - een door de overheid gesubsidieerde rechtsbijstand instantie- vond destijds het feit waarvan ik werd verdacht,  bepaald geen kattenpis was. Zij hadden me geadviseerd om de boete van  127,-- euro maar heel snel te betalen,want-  en zij schreven mij letterlijk:
Artikel 173 a
1.     Hij die opzettelijk een stof in het oppervlaktewater brengt, wordt gestraft  met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te duchten is.

Dus ik maar snel weer eens achter de computer. De eerste vraag “Ben ik na verzet tegen een strafbeschikking nog steeds verdachte?” werd luid en duidelijk beantwoord
Ja, door het uitvaardigen van de strafbeschikking laat de officier van justitie u weten dat er aanwijzingen zijn dat u mogelijk een strafbaar feit heeft gepleegd. Wanneer u het hier niet mee eens bent en verzet instelt, wordt de zaak voorgelegd aan de strafrechter. U blijft verdachte van een strafbaar feit totdat u door de rechter wordt vrijgesproken.

Ik was dus nog steeds verdachte en omdat het niet om een simpele verkeersovertreding, maar om een milieudelict ging, zou ik bij een eventuele veroordeling zelfs opgezadeld worden met wat we vroeger een strafblad noemden. (Dat heet tegenwoordig anders.)
Aan het beantwoorden van de vraag of justitie, zo maar,  tot in lengte van dagen door mag gaan met het rekken van een procedure, ben ik niet toegekomen! Een geluk bij een ongeluk, want kort geleden viel er plotseling zo maar, na bijna drie jaar wachten, een brief van de Officier van Justitie in de brievenbus! Einde van een vervolgserie van Het Theater van de Lach! Het feit waarvan ik word verdacht is nu te oud! Lees de brief maar! Vol met hele vage volzinnen! Ik weet feitelijk nog steeds niet waar ik aan toe ben. Ik ben gelukkig geen verdachte meer. En dat lucht op!


Eerdere artikelen over de hondenpoep zijn na te lezen op deze site onder de rubriek steekeindjes:

  • Bejaarde schipper op heterdaad betrapt
  •   De Kruimel Crimineel
  •   Drolletje 3




vrijdag 14 februari 2014

Waar is de tijd gebleven?

Grandioze Jachtentocht

Een artikeltje uit een Pikhaak van 1999

Het is tweede pinksterdag en we liggen met de Dirk de Groot in Antwerpen. In het Katten­dijksdok vlak bij de Londonbrug. Comfortabel afgemeerd tegen één van de schooltjalken met een kabeltje naar de kant zodat we elektriek aan boord hebben en ik naar hartenlust op het toetsenbord van mijn computer kan rammelen.

schooltjalk

We komen langzaam een beetje tot rust na een hartstikke drukke week van voorbereiding voor de vakantie. Tussen de bedrijven door zijn we nog een dagje wezen varen met Opa en Oma en met Emmy’s broer, die in Duitsland woont. Bovendien zijn we met Barend’s hulp, nog een paar dagen bezig geweest met het repareren van de koppeling, die een beetje olie lekte.

Gisteren zijn we hier aangekomen na een frisse vaartocht van bijna 10 uur. De weervoorspel­lers hadden ons opnieuw een rad voor de ogen gedraaid. Ze beloofden schitterend, zonnig zomers weer, maar de werkelijkheid was wel even anders. Herfstachtig met een sombere hemel en een straffe, kille bries uit het zuidwesten.

Door al die drukte hebben we nu pas een beetje tijd om na te denken over het fantastische lange weekend van vorige week. Toen hebben we met 29 schepen deelgenomen aan de Jachtentocht van onze vereniging. We haalden de 30 net niet, omdat havencommissaris Jaap van der Ende door ziekte helaas af moest haken.

De jachtentocht 1999 is werkelijk een hoogtepunt. Ik draai al heel wat jaartjes mee, maar kan me niet herinneren dat er zo massaal is ingeschreven. Het begint al bij het uitvaren van de haven. Wat een schitterend spektakel als in pakweg tien minuten tijd die grote armada de Engelburgerbrug passeert en dan bakboord uit de Oude Maas opdraait. Als alle schepen 50 m. uit elkaar varen heb je al een sliert van anderhalve kilometer. Heel indrukwekkend!

De weergoden zijn ons de eerste dag niet echt goed gezind.

 

Onderweg naar onze eerste halte­plaats Heusden, is de hemel somber en af en toe krijgen we zowaar een flinke bui regen op ons dak. Op het Hollands Diep is het zelfs behoorlijk knobbelig en de kleinere motorjachten hebben het niet gemakkelijk.

 Johan Willem Friso

Piet Punt heeft daar geen last van. Zijn motor is kort na vertrek afgeslagen en niet meer aan de praat te krijgen. Na eerst een eindje door Harry Rutte te zijn gesleept, neemt de Zeebeer het karwei over. Op die manier komt Piet met zijn boot zonder te schommelen veilig het Hollands Diep over. Als we de brug van Keizersveer gepasseerd zijn, komt over de marifoon het verzoek of de Dirk de Groot naar voren wil komen. In verband met het aanleggen van de schepen, moeten wij als eerste de haven in.

Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Wij varen bijna achteraan in het konvooi en onze maximale snelheid is 12 km per uur. Ik schat dat de voorste jachten met een vaartje van 14 km per uur door het water klieven. Dan hoef je geen Pythagoras te zijn om te kunnen bereke­nen dat we ze nooit inhalen. Na een half uurtje volle kracht, komt er nogmaals een oproep voor de Dirk de Groot om naar voren te komen. Ik heb toen uitgelegd hoe de vork in de steel zit, dat ik al geruime tijd volle kracht vaar, dat ik wel sneller zou willen, maar dat ik eenvou­dig niet méér garen op m’n klosje heb. Een openhartige bekentenis dus, op werkkanaal 10 van het publieke marifoonnet. De overige schepen minderen dan wat vaart zodat wij inder­daad vooraan komen te varen. Na een wat rommelige landing liggen alle schepen van de KDR&ZV een kwartiertje later veilig afgemeerd aan de steigers van de plaatselijke water­sportvereniging. Het compleet gerestaureerde stadje Heusden kennen we allemaal wel. Als er dan als klap op de vuurpijl ook nog kermis blijkt te zijn, is het ruimschoots de moeite waard er op bezoek te gaan.

heusden

Voor ons van de Dirk de Groot komt daar niets van terecht. We liggen nog maar nauwelijks vast, of de eerste bezoekers vallen binnen. Het is hartstikke gezellig, de gasten blijven binnen­stromen en voor we het weten hebben we een feestje met bijna 25 man aan boord. We hebben zowaar Johnny Jordaan letterlijk uit de kast gehaald om hem nog eens te laten zingen van: Geef mij maar Amsterdam en een Pikketanissie dat er altijd ingaat. De fuif gaat door tot bijna elf uur. Er sneuvelen ontelbare glazen, het eten valt tussen wal en schip en als ik de volgende morgen de vuilniszak met lege flessen wil gaan wegbrengen, ga ik bijna door mijn rug. Een reuze geslaagde eerste dag dus.

De tweede dag spoeden we ons van Heusden via het Andels Maasje en de Wilhelminasluis naar Gorinchem. Als ik zeg spoeden, dan is het ook spoeden! De tocht lijkt wel een motorboten race. Wijs geworden door mijn ervaring van gisteren, zorg ik er voor dat ik voortdurend aan de kop van het smaldeel vaar, vlak achter onze uitmuntende vlootvoogd Evert Koers.

Toch moet ik het water dun varen om niet voorbij gelopen te worden. Zodoende liggen we kort na het middaguur keurig vastgeknoopt in Gorinchem. Als ik later te horen krijg dat er voor alle schepen plaats gereserveerd is, begrijp ik absoluut niet waarom we zo snel hebben moeten varen. Evenmin begrijp ik waarom Piet Punt vandaag alweer pech met zijn motor heeft. Hij doet het wel en dan weer niet en dan weer wel en dan weer niet. Niet alleen voor mij, maar ook voor Barend is dat een raadsel. Hoogstwaarschijnlijk komt het door de naam van het schip. Enigma is Grieks voor raadsel. En als zelfs Barend die geheimzinnige ver­schijnselen niet thuis kan brengen, zal het wel tovenarij zijn.

De meesten gaan gezellig het stadje in; sommigen doen uitgebreid een tukje om bij te komen van de vermoeienissen van gisteren. Sooscommissaris Kees Mookhoek, inventief als altijd, organiseert een soort alternatief Happy Hour op locatie. Vanaf acht uur is nagenoeg de gehele bemanning van de KDR&ZV-vloot, bijna 75 man, een avondje gezellig bij elkaar in de kantine van W.V. De Merwede.

gorinchem

Als wij aan het eind van de avond, na een slaapmutsje aan boord van de Cheers, op de Dirk de Groot klauteren, horen we dat er nog een feestje aan de gang is op De Twee Rammen. We zijn altijd bang om iets te missen en binnen enkele seconden zijn we volop aan het rock ‘n rollen bij de familie Rutte. Het wordt twee uur. Iemand heeft de mensen geteld in Disco De Twee Rammen. Het zijn er zeventien! Een reuze geslaagde tweede dag dus.

Van Gorinchem naar Leerdam is maar een wipje. Het is nog even dringen geblazen in de sluis van Gorinchem maar daarna varen we toch met z’n allen heel ontspannen met een lekker zonnetje erbij over het fraaie landelijke riviertje de Linge. Als we op de eindbestemming van deze derde dag aankomen, blijkt daar nog een grote groep schepen in het haventje afgemeerd te liggen. Die schepen gaan pas om twaalf uur vertrekken terwijl wij al om halftwaalf voor de monding liggen te wachten. Dat komt niet slecht uit. Zo kunnen wij ons een beetje oefenen in het gaande houden van onze schepen in smal vaarwater met een lekker briesje erbij. Als na een uurtje het haventje leeg is, is het voor ons stapelen geblazen. Je gelooft nooit dat er plaats is voor al onze schepen, maar de havenmeester weet wel beter. Er gaan veel makke schapen (koppen) in een hok.

Leerdam is een klein stadje met een oergezellig centrum en het laat zich van zijn beste kanten zien met het vrolijke, frisse lentezonnetje van vandaag. Er is markt en alle motorboters gaan er een kijkje nemen en slenteren ontspannen door de winkelstraatjes. Een grote groep heeft zich opgegeven voor een rondleiding naar het Hofje van Mevrouw Van Aerden. Ik hoor dat het zeer de moeite waard is. Je ziet o.a. de trouw- en raadzaal, de regentenkamer, een filmpje over de glasfabriek, de glas galerij, beroemde schilderijen van Frans Hals enz. enz.

leerdam

Hoe de aangekondigde koffie met Leerdamse koek smaakt, is mij niet ter ore gekomen.

‘s Avonds is het hoogte punt van de tocht. Diner dansant in Two Chez Royal!En werkelijk, het ìs een hoogte punt! Prima verzorgd, niets op aan te merken, goed eten, lekkere wijn, uitstekende bediening door vriendelijke serveersters. Een drankje voor iedereen aangeboden door Piet Nooy en zijn vrouw, die er dit jaar jammer genoeg niet bij kunnen zijn.

Voor zover ik het kan beoordelen heeft iedereen het, ondanks de L-vormige zaal waardoor de akoestiek niet optimaal is, uitmuntend naar zijn zin. De feestavond wordt vakkundig aan elkaar gepraat en gezongen door onze eigen conferencière en cabaretière Ida (Adèle)van der Werf. Om twaalf uur zingen we gezamenlijk een lofzang op een jarige en op een echtpaar dat dertig jaar getrouwd is. De organist fluistert in mijn oor, dat hij het komende jaar heel hard zal studeren, zodat hij de volgende keer een beetje beter spelen en een heel stuk beter zingen kan. Vol vertrouwen zijn wij toen heel voldaan naar onze boot gegaan en direct de kooi in, zoals het hoort. Een reuze geslaagde derde dag dus.

Zondag, als we na een schitterende tocht terug over de Linge bij de sluis in Gorinchem arriveren, merken we, dat we heus niet de enige watersportvereniging zijn, die op jachten­tocht is tijdens dit hemelvaart-weekend. Het is er een drukte van belang en zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde van de sluis wemelt het van de jachten waarvan de schip­pers allemaal bang zijn, dat ze te laat in hun thuishaven zullen aankomen.

Waarom toch altijd die haast? Maar ik mag er wel graag naar kijken, naar dat gefriemel en gehannes om zoveel mogelijk bootjes tegelijk in een sluis te persen. Daarom meer ik af aan een binnenvaartschip, vlak voor de sluis, waardoor ik net als op een Vip-tribune, op z’n best het schutfestijn kan gadeslaan.

We zijn vanmorgen vertrokken met het mooiste weer van de wereld. Maar als we eenmaal op de Merwede zijn, pakken zich onheilspellende, donkere wolken samen en bereid ik me voor op een flinke onweersbui. Die blijft gelukkig uit. Logisch ook, want de lucht is helemaal niet zo dreigend. Het ligt aan mijn zonnebril. Daar zitten veel te donkere glazen in. Die bril heb ik vorig jaar gekocht, maar omdat we sindsdien nauwelijks zon hebben gehad, heb ik hem nooit meer gedragen. Dat van die donkere glazen is me dus nimmer opgevallen.

Engel

Om drie uur draait de Engelburgerbrug voor ons. De meeste deelnemers van de tocht liggen dan al in de haven. Als we achteruit door de Lange IJzerenbrug gevaren zijn - overstuur zoals dat heet- en op ons plaatsje hebben vastgeknoopt, zien we tot onze opluchting, Jaap van der Ende weer over ons vlot scharrelen. Het gaat gelukkig al weer een beetje beter. Hij is donder­dag uit het ziekenhuis ontslagen.

Tussen vier en vijf moeten we weer verzamelen. Nu in de kantine van ons eigen clubhuis. We zijn een beetje aan de late kant, maar toch is het een openbaring die ons wacht. De sooscom­missie heeft ter afsluiting van het hele gebeuren voor een koud buffet gezorgd. En wat voor koud buffet! Kosten noch moeite zijn gespaard. De Zeebeer is vanmorgen al heel vroeg uit Leerdam vertrokken en heeft daarbij zowat alle schepelingen van de Koninklijke wakker gemaakt, maar het is hem vergeven. Het blijkt dat de Zeeberen met hun aanhang, snel naar Dordt gevaren zijn en daar dat overdadig, feestelijk-smakend en uitstekend lopend-koud-buffet hebben klaar gemaakt. In één woord fantastisch!

Zo is er een eind gekomen aan de Jachtentocht 1999. Dank aan Ida van der Werf en Evert Koers voor al het werk dat zij verzet hebben voor deze geslaagde tocht.

Havenleden die nog twijfelen of ze volgend jaar wel of niet mee zullen gaan, wil ik adviseren die twijfel onmiddellijk overboord te gooien. Het meedoen aan een tocht als de onze is niet alleen een paar dagen varen om uit testen of alle techniek naar behoren functioneert. Nee het is veel meer. Je leert er je buren uit de haven beter kennen, maar ook op een heel andere manier. Het klinkt een beetje opgeklopt, maar er vindt een soort verbroedering plaats en er zijn de laatste jaren zeer hechte vriendschappen ontstaan. Door het gezamenlijke lidmaat­schap van onze vereniging voel je je meer met elkaar verbonden. Je herkent de gemeenschap­pelijke belangen en interesses en dat is een fijn gevoel. Niet alleen gedurende het vaarseizoen maar zeker ook in de maanden dat er niet gevaren wordt en we toch talloze malen in de haven op ons bootje zijn om te controleren of het spul nog drijft.

Zeemanskoor De Kleine Jantjes in de Houttuinen

Door Wim de Wit

Vrijdagavond 7 mei was het dan eindelijk zover. Happy Hour in onze eigen nieuwe soos aan de Houttuinen, één week na de Oranjeborrel. Happy Hour is eigenlijk niet het juiste woord. Die term is een jaar of tien geleden ontstaan, toen Eugène en Corrie Langenzaal op vrijdag­avond bardienst draaiden in de oude soos en daarbij voor weinig geld een lekkere snack serveerden. Dit gebeuren is in de loop der tijd uitgegroeid tot een wekelijks gezellig samen- zijn in de wintermaanden. Er kon een borreltje of een glaasje wijn worden gedronken en zelfs een glaasje fris voor de liefhebbers. De havenleden zelf zorgden dan bij toerbeurt voor een hartige hap erbij tegen kostprijs. Dat kon variëren van ter plekke gebakken visjes tot een compleet captainsdinner of tot een eenvoudig balletje gehakt. Door het verdwijnen van het botenhuis, hebben wij in de haven deze druk bezochte avondjes veel te lang moeten missen.

botenhuis

Daarom zit die naam er zo vast in gebakken. Misschien is Vrijdagavondsoos een betere naam of Vrijdagavond Happie Slokkie of ...?.......?.......? We bedenken nog wel wat.

Belangrijker is, dat we deze traditie in het komende najaar gaan voortzetten en als voorproef­je heeft Sooscommissaris Kees Mookhoek voor een spectaculaire happening gezorgd. Dit keer was het hartige hapje niet een eenvoudige snack. Nee hoor, er stond een compleet verzorgd Indisch Buffet met alles erop en eraan op ons te wachten. Zesenzeventig leden met aanhang hebben daar naar waarde van genoten, want de maaltijd was zondermeer voortreffe­lijk.kleine jantjes

Als klap op de vuurpijl werd het feestje opgeluisterd door een daverend optreden van het Zeemanskoor De Kleine Jantjes. Die mannen hebben inmiddels hun sporen al verdiend in Dordt en ver daar buiten. Ze zongen dat het een lieve lust was en in no time zat het voltallige publiek mee te galmen met de overbekende zeemansliederen. In de korte pauze tussen de optredens werden de Jantjes traditiegetrouw getrakteerd op bier en haring. Dat was te merken want na de pauze klonken de liederen zo mogelijk nog voller en helderder en er werd zelfs een frisse zoute zeelucht de soos in geblazen. Kwam dat misschien door de haring?

Het was in elk geval een prachtige avond die veel belooft voor de toekomst. Voor ons was de dag dubbel fantastisch, want ‘s middags werd onze kleinzoon Ian Ted-Willem geboren.

ian 1 001

woensdag 11 september 2013

De Gezagvoerder

sluis van Jan Sanders in kleur groot
De Gezagvoerder.
Het stortregent! De hele week is het al snert weer, maar zo bar en boos als vandaag, is het de hele zomer nog niet geweest. Gelukkig waait het niet en daarom kan ik buiten sturen zonder nat te worden. Als er geen wind staat, is mijn zonnetentje een perfecte paraplu. We zijn in opvaart op de Franse Maas, onderweg naar Charleville. Een paar honderd meter voor de monumentale spoorbrug van Anchamps maakt de rivier een fraaie, hele grote bocht naar rechts. Na die bocht komt in de verte de sluis in zicht.(De sluizen zijn hier automatisch.) 

bocht naar rechts

Ik vaar rustig door en na een minuut of tien, zie ik dat er al een scheepje ligt te wachten. Het is een zeilboot van ca. 9 meter. De mast ligt plat op een paar schragen. Hoogstwaarschijnlijk op weg naar de Middellandse Zee. Wachtsteigers of iets dergelijks bestaan hier niet. Je moet je bootje gaande zien te houden, door heel langzaam tegen de stroom in te varen. Ik denk dat mijn buurman dat foefje nog niet kent. Ik zie hoe hij krampachtig zijn helmstok bedient en hoe zijn vaartuig voortdurend van de linker naar de rechter oever zwalkt. Hij heeft een knalrood oliepak aan. Mijn hemel! Nog nooit van m’n leven zo'n felrood oliepak gezien en al helemaal nog nooit zo’n rooie, merkwaardige zuidwester. Een zuidwester in de vorm van een cowboy hoed! En toch met een touwtje om de kin! Hij doet me denken aan een soort van Rooie Dorus Rijkers!
De naam van de zeilboot ben ik vergeten. Ik dacht dat het GEOS was of zoiets.
Het duurt hartstikke lang voordat de ons tegemoetkomende beroepsvaart de sluis uit komt. Als eindelijk de lichtjes op groen springen, geeft Dorus een peut gas, vaart als een speer de sluis binnen, stopt meteen af en maakt vast aan het eerste de beste trap. Emmy heeft het meteen door: “Dat is er weer zo één die in zijn eentje wil schutten!” Je maakt dat wel eens mee, met mensen die nog geen ervaring hebben op de Franse Kanalen. Als je dan uitlegt, dat je gemakkelijk met twee schepen in de sluis kunt (ze zijn hier 47 m. lang), schuiven ze op en schut je gezellig met z’n tweetjes.”Welnee” zeg ik, “hij heeft al minstens 10 sluizen gehad en zal toch zeker wel weten hoe het werkt”.
Heel kalm vaar ik verder richting sluis. Dorus doet net of ie gek is. Er blijkt nog een tweede Dorus aan boord te zijn. Met hetzelfde mooie rooie oliepak. Een vrouwtje. Dora waarschijnlijk. Zij is langs de sluistrap omhoog geklauterd en is aan het hannesen met twee veel te lange touwen!
Als ik de sluis tot op een meter of tien genaderd ben, breekt bij Dorus paniek uit! Hij begint als een idioot met z’n armen te zwaaien en onverstaanbare kreten uit te slaan. Ik geloof dat Emmy gelijk had. Die vent wil ons er niet bij hebben!
Sorry hoor, dan is hij bij mij echt aan het verkeerde adres! Ik blijf doorvaren. Tergend langzaam. Goed te weten, dat mijn 120 jaar oude, en 50 ton wegende tjalk veel en veel sterker is dan zijn polyester zeilbootje.
Dorus R. Zd&oHij ligt echt nog helemaal achter in de sluis. Hoogstens drie meter voorbij de deuren. Ik maak een steekeindje aan de sluisdeur vast, schuif mijn schip heel voorzichtig naar binnen en stop pas, als we een halve meter van hem verwijderd zijn.
Gelukkig is het heel even droog. Ik loop naar voren en vraag op vriendelijk toon, of Dorus een beetje verder de sluis in wil varen, zodat wij er bij kunnen. Hij weigert! Met geaffecteerde stem. Ik blijf kalm en leg hem uit dat het hier gebruikelijk is, dat als je samen in een sluis past, dat je dan ook samen schut. Hij is niet voor reden vatbaar. Hij wil absoluut niet vóór in de sluis liggen bij het schutten. Ik stel hem voor dat we van plaats wisselen, zodat wij vóór in de sluis liggen en hij in de “luwte”van ons schip. Geen denken aan! Kennelijk is hij bang dat, het water met de kracht van de Niagara Falls, de sluis zal binnenstromen. Ook weigert hij ons vóór laten gaan, zodat hij daarna in zijn eentje de sluis kan passeren. Neen, hij wil gewoon helemaal niks! Ik ontplof zo zoetjes aan van ergernis. Maar ik tel tot tien en weet kalm te blijven. Het schiet niet op, als ik zijn bootje aan barrels vaar! En met hem op de vuist gaan, lijkt ook geen optie. Ik ben nooit zo’n mannetjesputter geweest. Bovendien begint het opnieuw vreselijk te plenzen.
Ik zeg tegen Dorus, dat ik hem een hele onaangename man vind en dat hij op deze manier, vast en zeker een hele vervelende reis tegemoet gaat. Dat ik het niet nodig vind, dat er bloed gaat vloeien! Dat ik de wijste dan maar zal zijn en de sluis uit zal gaan.
Als ik teruggelopen ben naar mijn stuurrad, staat Emmy het tafereel te fotograferen. Ik roep Dorus, vanonder mijn droge zonnetentje, toe: “ Meneer! Meneer, wilt U even glimlachen voor de foto! Ik schrijf verhaaltjes voor Watersportbladen en U krijgt een hoofdrol! Daar hoort een foto bij!” Van deze afstand kan ik zijn gelaatsuitdrukking jammer genoeg niet zien.
Achteraf blijken de foto’s niet gelukt, omdat de batterij van de camera leeg was!
Ik zet de motor in zijn achteruit en vaar een eind terug. Als ik weer naar voren kijk, zie ik tot mijn verbazing, dat de lichten op “dubbelrood” gesprongen zijn. Hoe dat is gekomen weet ik niet, maar ik weet wel, dat er nu onherroepelijk een sluiswachter aan te pas moet komen. Dorus heeft daar kennelijk geen weet van. Hij hangt nog steeds, met zijn fraaie rooie oliepak en cowboyzuidwester, in de touwen. En dat in de stromende regen. Wat een schitterend gezicht.

de sluis

Maar we kunnen hier niet tot in de eeuwigheid blijven drijven en daarom probeer ik via de marifoon contact te krijgen met de Service de Navigation. Vaak lukt dat, maar deze keer dus niet. Na vijf minuten nog eens geprobeerd. Vergeefs. Er zit niets anders op, dan Dorus in te schakelen. Ik roep hem op kanaal 10. Hij is stand-by.
Ik leg uit wat er aan de hand is en vertel hem, dat hij naar boven zal moeten om daar via de praatpaal, een sluiswachter op te roepen.
Even later zien wij het rooie pak, in de gutsende regen, moeizaam naar boven klimmen.
Na tien minuten laat Dorus weten, dat er iemand onderweg is, maar dat het nog wel een tijdje kan duren i.v.m. etenstijd.
(N.b. Als je pech hebt, eten ze in Frankrijk van h. 11.30 tot h. 14.30)
Intussen zijn er drie jachten ons achterop gekomen. Ze zijn net de spoorbrug gepasseerd. Er volgt een interessante conversatie op de marifoon.
“Hallo voor die tjalk, die daar bij de sluis ligt te drijven! Staan jullie op kanaal 10?”
“Ja hoor, dit is de Dirk de Groot”.
“Hallo! Wij zitten achter jullie. Met die blauwe motorkruiser! Ik zie dat de sluis op dubbel rood staat. Kunt U mij vertellen wat er aan de hand is?”
Ja, dat kan ik wel. Dus ik vertel dat er een hele nare man met een zeilbootje helemaal vóór in de sluis ligt afgemeerd. Dat de man er niet over peinst om een stukje op te schuiven zodat wij er ook bij kunnen. En dat het allemaal zo lang geduurd heeft, dat daardoor waarschijnlijk de sluis op dubbel rood is gesprongen!
“Die kan natuurlijk niet varen”, hoor ik de blauwe kruiser zeggen, “die heeft natuurlijk aan die rode stang (de noodrem) getrokken. Wat een oen zeg!”
Ik laat weten dat er hulp onderweg is, maar dat dit nog wel een poosje kan duren”
En onbekende stem op de marifoon: “Dus liggen we hier met z’n allen te wachten door het eigenwijze gedoe van zo’n zeiler. Wat een …..zak!”
Een andere onbekende: “Zeilers die moeten helemaal niet in Frankrijk komen! Die moeten gewoon op zee blijven. Daar kunnen ze niemand kwaad doen!”
Dan hoor ik tot mijn verbazing de bekakte stem van Dorus: “Hallo, hier de GEOS (of zoiets). Ik dien even wat recht te zetten. Ik vaar met een onvoldoende bekwame bemanning. Daarom kies ik er voor, deze sluis zonder andere schepen erbij, te passeren. Ik ben de gezagvoerder en ik ken mijn verantwoordelijkheden.”
Het flapt er uit voor ik het weet: “Mijn oudste broer was gezagvoerder op één van de grootste schepen van Bos & Kalis, maar als hij met een jachtje moest varen, dan was hij de grootste stuntelaar van de Dordtsche Biesbosch!”
Is deze minitragedie toch nog goed afgelopen? Ja hoor, dat wel! Na lang wachten is er een sluiswachter gekomen. Die heeft niet eens onze kant opgekeken. Ook geen vragen gesteld aan de Gezagvoerder. Hij heeft zonder er bij na te denken, de sluis weer draaiklaar gemaakt. En zo is het zeilbootje in zijn eentje omhoog gegaan.
Kort daarop kunnen wij schutten en een kleine drie kwartier later, zien we de GEOS (of zoiets) liggen. Afgemeerd aan de kade van het eerste het beste dorpje, een beetje verder op. Alle gordijntjes zijn dicht. Pot dicht! Achter die gordijntjes zit de gezagvoerder -met zijn onvoldoende bekwame bemanning-, zich rot te schamen voor zijn onbetamelijke gedrag.
En wij? Wij zijn rustig doorgevaren en hebben die dag, nog met gemak, Charleville bereikt.
Wim de Wit
a/b Motortjalk Dirk de Groot
+++

‘s Lands wijs, ‘s lands eer!

Reddingsboei
Dit is het leuke van België! In het bijzonder van Wallonië! Hier mag je gerust nog de reddingsboeien uit hun omkasting stelen. Hier mag je gerust nog je hond op straat laten poepen zonder het op te ruimen! Als je hier, keurig netjes, het drolletje van je hondje in de rivier gooit, vragen ze verbaasd: “Waar doe je dat nu in hemelsnaam voor? Als het gaat regenen, dan spoelt die stront toch vanzelf de rivier in!”

woensdag 31 juli 2013

Ganzenpas





Dat stel vroeger van Luipaard op Schoot, (Armand en Michaela Denis), maakte vanzelfsprekend veel mooiere Natuurfilms dan deze van mij, maar wat er hier gebeurt, is ook best leuk om te zien. De Ganzen vlak bij mijn boot in Dinant, hebben een verkeersopleiding gehad en ze weten drommels goed, dat een Gans in Dinant bij de Rots Bayard, voorrang heeft bij een zebra-pad. Dit tafereel is 2 of 3 keer per dag te zien!








Omgedraaid Schip

afvarendopvarend







Dat is het leuke van bootje varen! Als je het uitzicht beu bent en je draait je schip gewoon om, dan is het net alsof je in een andere stad ligt.



1069797_682671978415071_290617054_n

Met vlag zonder wimpel

The Talk of the Town
Toen ik op die ochtend in Dinant, half slapend nog, naar buiten keek, schrok ik me kapot! Er stonden allemaal soldaten, militaire voertuigen en camera’s op onze kade! Ik dacht dat de oorlog was uitgebroken!
Zo erg bleek het gelukkig niet te zijn, maar er was wel een heel erg spannende operatie aan de gang! Toppunt van Belgische Onverschrokkenheid. Met gevaar voor eigen leven waren Belze Para Commando’s bezig een hele grote vlag op te hangen aan de Pont Charlemagne. Massa´s publiek waren toegestroomd. Het was de talk of de town! Maar het hoe en waarom was me niet helemaal duidelijk.
Later kwam ik erachter dat het weleens iets te maken zou kunnen hebben met de kroonwisseling die kort daarop plaats zou vinden.






Zakkenvullers



Zakkenvullers 


Toen ik mijn vorige steekeindje schreef over het zoekgeraakte boodschappenwagentje en de behulpzame vakkenvuller bij de Lidl, toen viel het mij op, dat mijn spellingscontrole het woord “vakkenvuller”niet herkende. Men veronderstelde dat ik “zakkenvuller” bedoelde!
Ergens is dat natuurlijk wel logisch, want zakkenvullers hebben meestal meer in de melk te brokkelen dan vakkenvullers.

vrijdag 26 juli 2013

Dat overkomt mij weer!

Dat overkomt mij weer!

‘k Loop bij de Lidl (B) met een lijstje. De eerste drie artikelen liggen al in het karretje. Aardbeien, radijsjes en bananen. Bestelling nr. 4 is een heel stuk moeilijker te vinden. Emmy is gek op van die speciale aanbiedingen in folders en daarom moet ik nu meebrengen: 1x Tortilla aux oignons en 1x Tortilla au lard. Zoals altijd met die speciale aanbiedingen:  Nergens te vinden natuurlijk! Nog een keertje de hele zaak rond. Tevergeefs! Een vriendelijke vakkenvullende knul brengt me eerst bij de Tortilla Chips en na mijn nadere uitleg: “Comme une ommelette” , op de juiste plaats. En daar sta ik dan met twee koude tortilla’s in mijn handen! Maar waar is mijn karretje gebleven? Zoeken, zoeken, zoeken! Weer drie keer de hele winkel rond. Nergens te bekennen!
Er staat wel al die tijd een onbeheerd karretje in het gangpad, maar daar zitten andere spullen in. Heel veel andere spullen. Bijna tot  de nok toe vol maar niet mijn aardbeien, radijsjes en bananen. Bovendien heb ik, voor het gebruik van mijn karretje, niet een gewoon één-euro muntstuk in het gleufje geperst en ook niet zo’n muntje van Albert Hein, nee, ik heb hem losgekregen van zijn ketting, met een, hier zeer zeldzaam, wit plastic muntje van een Franse supermarktketen. En het is duidelijk te zien, dat dit plastic muntje sowieso niet in het gleufje van dit wagentje zit. Het is niet te geloven! Heeft iemand toch zo maar mijn supermarktkarretje gestolen!!!!!!!!!!!!!!!


clip_image004De gehele staf van de Lidl.Be wordt ingeschakeld om te zoeken! Geweldige service dat is zeker, maar zonder succes en het raadsel blijft onopgelost!
Maar mij gaat het nu toch echt wel een beetje te lang duren!
Dus ga ik naar de kassa, reken de twee tortilla’s, die ik nog steeds in mijn handen heb, af, en pak buiten een nieuw karretje. Daar gooi ik eerst bananen, aardbeien en radijsjes in, en vervolgens alle andere spulletjes die op mijn lijstje staan. (Met uitzondering van de tortilla’s natuurlijk. Die had ik al eerder in mijn fietstassen gedaan.)
Ik reken alle spullen normaal af bij de kassa en ga terug naar boord.
Epiloog
Het gekke is, dat er aan het eind van de rit, als ik de brommer sta in te laden, een mevrouwtje naar me toe komt die, als ik het goed heb vertaald, tegen me zegt: “Alstublieft meneer! Ik geloof dat dit uw muntje is”. Volgens mij is Peter L. de Vlies weer bezig geweest.