Welkom op de weblog van .... M S D I R K D E G R O O T....


vrijdag 15 februari 2008

VERFSCHRAPPER


Met de Dirk de Groot op herhaling
Door Wim de Wit

Hier volgt een herschreven verhaal over een van onze avonturen op de Franse Kanalen. Gepubliceerd in de Pikhaak van februari 2008


Een reusachtige Franse verfschrapper

Door Wim de Wit


Parijs ligt alweer ruim een week achter ons. We zijn op de thuisreis samen met onze vrienden Harry en Ineke Rutte met de Twee Rammen II. Dit jaar varen we terug naar Dordt via de Marne en langs Reims. Vervolgens door het Ardenner kanaal naar de Maas en dan verder langs Dinant en Namen naar Maastricht .
Nog 20 km, dan zijn we in Reims. Als je in Frankrijk vaart, kom je veel, heel veel sluizen tegen. Dat is bekend! Maar het stoort ons niet. Bij het schutten hebben we een enorme routine opgebouwd. Het passeren van een automatische sluis kost ons nauwelijks vijf minuten. De Twee Rammen II vaart telkens als eerste naar binnen. Wij met onze 20 m. lange tjalk komen direct er achteraan. Vandaag hebben we al zoveel sluisjes gehad, dat we zo langzamerhand de tel zijn kwijt geraakt.

Een half uurtje geleden zijn we door een 2300 m. lange tunnel gevaren. Het souterrain van de Mont Billy. Daar ligt het hoogste punt van dit kanaal en nu gaan we weer zakken.. Avalant heet dat op z’n Frans. We liggen in het eerste sluisje na de tunnel, afvarend dus. Als het water weggelopen is en de sluisdeuren open gaan, geeft Harry een poep gas en in een oogwenk is zijn schip de sluis uit. Bij ons gaat dat niet zo vlug. Het duurt even, voor er gang komt in onze tjalk, die bijna 50 ton weegt. We zijn nog niet voor een kwart de sluis uit, dan plotseling zien we tot onze verbijstering, dat de deuren al dicht gaan. Langzaam maar zeker! We dreigen hartstikke klem te lopen. Wat kan je doen in zo’n geval? Goede raad is duur. De rode stang, een soort noodrem waar je aan moet trekken als er iets mis gaat bij het schutten, zit buiten ons bereik. Achteruit slaan heeft geen zin; dan raken we zeker bekneld. Ik doe nog een poging meer snelheid te krijgen, door een peut gas te geven, maar dat geeft onvoldoende soelaas. De deuren komen dichter en dichter bij en als er geen wonder gebeurt, zal het schip ertussen gekraakt worden. Ik heb zoiets nog nooit mee gemaakt en heb geen flauw idee wat voor krachten er schuil gaan in het hydraulische systeem van dit soort sluizen. Er is geen tijd om er verder over na te denken, want de sluisdeuren omklemmen het schip al, midscheeps. Tot mijn verbazing houden we vaart en met een oorverdovend kabaal schrapen de deuren, als een reusachtige dubbele verfschrapper, aan weerskanten alle verf van de “berg­houtpijp”. De 14 mm. dikke touwen van de wrijfhouten breken af alsof het garen is. Als het schip er zich helemaal heeft doorgeperst, krijgen de deuren, trillend en piepend en knarsend, een soort driedubbele stuiptrekking en sluiten dan normaal, alsof er helemaal niets gebeurd is.

Wat ben ik blij dat wij een oersterke, meer dan honderd jaar oude tjalk hebben, die heel goed tegen een stootje kan. Nu is alleen de verf van het berghout af en zijn er wat touwtjes gebroken. De schade is te overzien, maar je moet er toch niet aan denken, dat dit je overkomt met een mooi, gestroomlijnd luxe jacht! Om nog maar niet te spreken over polyester!
Hoe heeft dit in vredesnaam kunnen gebeuren? Dat is toch niet normaal! Ik pieker me suf om een verklaring te vinden. Dan herinner ik me de instructies die we een paar weken eerder, op de heenweg, hebben gekregen van een sluiswachter op de Sambre. Daar is een traject waar je een afstandsbediening krijgt. Net zo als voor de televisie. Daarmee kan je, comfortabel vanaf je boot, het hele schutproces regelen. En dat 15 sluizen achter elkaar! Als je met twee schepen bent, krijg je het advies om heel snel achter elkaar de sluis te verlaten. Doe je dit niet, dan loop je de kans dat de deuren te vroeg dichtgaan.
Dat is vast en zeker ons probleem geweest. Ik ben er bijna zeker van. Bij het uitvaren van de sluis zat er een te grote ruimte tussen onze schepen, waardoor de deuren te vroeg dicht gingen.


Daar ben je klaar mee! We moeten nog tientallen sluizen van dit type. Er hangt een zwaard van Damocles boven ons hoofd! Als Harry maar een beetje te snel de sluis uitvaart, zullen wij opnieuw beklemd raken tussen de sluisdeuren, zonder er iets aan te kunnen doen.
Met de moed der wanhoop gaan we verder. Bij iedere sluis moet ik maar afwachten of we er ongeschonden zullen uitkomen. Wat een spanning! Het lijkt wel Russische Roulette! Het hele traject is geautomatiseerd. Nergens is er een sluiswachter te bekennen aan wie we kunnen vragen hoe de vork precies in de steel zit. Maar het lot is ons bij deze roulette geluk­kig goed gezind, want wonder boven wonder, slagen we er telkens in, om zonder brokken tussen de sluisdeuren door te varen.

Na een overnachting in Reims en ongeveer 25 sluisjes verder, zien we eindelijk weer eens een sluiswachter. Het is zaterdag en hij is in zijn onberispelijk verzorgde tuin aan het werk. Toch neemt hij graag even de tijd om ons heel gedetailleerd uit te leggen, hoe het schutproces verloopt bij de automatische sluisjes in dit stukje Frankrijk. We krijgen het volgende verhaal te horen:
Je komt aanvaren en je draait aan de stang die aan een kabel boven het kanaal hangt. De sluis wordt voor je klaar gemaakt. De deuren gaan open, het licht springt op groen en je kunt invaren. Een elektronisch oog telt het aantal schepen dat naar binnenvaart. Als er één schip gepasseerd is, springt het licht op rood maar als er ruimte is, kan schip twee ook nog naar binnen komen. Je kunt rustig aan doen, want het schutten zelf, start pas, als de blauwe stang die zich in de sluiskolk bevindt, door één van de opvarenden omhoog wordt gedrukt. Als de sluis vol- c.q. leeggelopen is, gaan de deuren open en kan men uitvaren. Aan die kant zit eveneens een elektronisch oog en daar wordt geteld hoeveel schepen de sluis verlaten. Het­zelfde aantal schepen dat is komen binnenvaren, moet er ook weer uitkomen. Pas dan gaan de sluisdeuren dicht.
Dat wij met ons schip tussen de deuren bekneld raakten, was dus pure pech en moet als een incident worden beschouwd. Volgens de sluiswachter moet het elektronisch oog aan de invaarkant defect zijn geweest en is er slechts één schip opgemerkt. Dat is de reden dat de deuren te snel dicht gingen. Een simpele verklaring. Maar ondertussen, het zou je maar gebeuren.
Toch gaan we volgend jaar weer naar Frankrijk, want waar kan je tegenwoordig nog bijna 40 sluizen passeren zonder één sluismeester te zien?



Nawoord

In de loop der jaren heb ik het kanaal langs Reims heel wat keren bevaren. En altijd zonder problemen. Behalve twee jaar geleden. Omdat het vrij druk was in de vaart, liet ik een jacht voorgaan, zodat wij met twee schepen in de sluis lagen. Het jacht voor in de sluis, wij erachter. Toen gebeurde bij het uitvaren het zelfde als jaren geleden. Ik zat weer klem tussen de sluisdeuren. Nu bleven we zelfs steken en moest ik aan de “noodrem”trekken om het schutten te stoppen! Een sluiswachter is me komen bevrijden en van hem hoorde ik het echte verhaal:
Het kanaal langs Reims is een uitzondering! Als je daar met twee schepen tegelijk schut, moet je inderdaad zorgen, dat je snel achter elkaar de sluis uitvaart.
Het gedetailleerde verhaal met elektronisch oog etc, etc. geldt op bijna alle kanalen in Frankrijk. Maar niet hier!
De sluiswachter die mij toentertijd zo uitvoerig informeerde had ook gelijk. Wij spraken hem 25 sluizen verder en toen waren wij al lang op het Ardenner kanaal.

Geen opmerkingen: