Welkom op de weblog van .... M S D I R K D E G R O O T....


zondag 16 december 2007

Ratten deel 2

Het volgende verhaal is gepubliceerd in het decembernummer (2007) van "DE PIKHAAK


Met de Dirk de Groot op herhaling
Door Wim de Wit

We zijn bijna toe aan het tweede deel van het Rattenverhaal, maar ik wilde vooraf toch graag nog iets aan U kwijt. Namelijk dat ik ongelooflijk heb zitten tobben met het opsturen van het eerste deel van het Rattenverhaal naar de redactie van de Pikhaak. Zitten tobben met de computer, de printer, met inktpatronen, met een walstroomstoring en verder met alle denkbare en ondenkbare zaken die mis kunnen gaan en ook werkelijk mis gingen. Ik heb er een apart verhaal over geschreven. Een nieuw verhaal dat ik de Wet van Murphy heb genoemd. Om ruimte in de Pikhaak te sparen, heb ik in overleg met de redactie, dit verhaal op mijn weblog geplaatst, zodat toch iedereen het lezen kan.
De naam van mijn weblog is http://msdirkdegroot.blogspot.com/
Ga er maar eens kijken! Misschien vindt U het de moeite waard!

Dan gaan we verder met de ratten. U weet nog wel dat we een dooie stinkende rottende rat aan boord hebben gehad. Dankzij het rattenvergif van de stadsrattenvanger. En dat daarna geruime tijd een rat bij ons logeerde, die aan de komkommer vrat, keuteltjes achter liet, de kaas uit de rattenklem oppeuzelde, maar die op een goede dag op eigen initiatief is afgemonsterd. En dan tenslotte nog een rat die het fantastisch vond bij ons aan boord. Die met ons meegevaren is naar Antwerpen. Wat we ook deden, hij bleef ons trouw. Dus overal weer keuteltjes, aangevreten komkommers, hondenbrokken waaraan geknaagd is, enz.
We waren samen met onze vrienden Harry en Ineke. Oma was er ook nog bij. Omdat Harry, ondanks zijn één meter negentig, op zijn zachtst gezegd, niet een echte rattenliefhebber is, hebben we over onze gast aan boord geen woord gerept.
Hoe ging het verder?



Deel 2
Met de Dirk de Groot op herhaling
Door Wim de Wit
RATTEN
(Een raadsel)
Na een paar dagen moeten we toch echt verder. Ons plan is nu om via Brussel, Charleroi en Dinant naar de Franse grens te varen en dan terug naar Holland over de Maas.
Met een heel grote omweg, via de Nete, stomen we op tot Brussel. Een leuk stuk varen, maar Brussel zelf kan ons niet bekoren. Het kanaal waar je door vaart, noemen ze het riool van Brussel, dus kun je nagaan wat een zootje het daar is. Tot overmaat van ramp kunnen we bij sluis 11, midden in de stad niet verder, omdat vanaf 19.30 de sluizen niet meer draaien. Een buurman/beroepsschipper raadt ons aan niet van boord te gaan, omdat we het risico lopen, dat de hele boot leeggestolen wordt. We zijn dan ook blij en opgelucht, als we de volgende dag na een paar uurtjes varen af kunnen meren op een prachtig plekje in het stadje Halle, ca. 15 km zuid van Brus­sel. We besluiten daar te blijven tot na het week­end. Harry verwacht bezoek van zijn zus en zwager (Wil en Rien). Die kunnen dan met de auto daarheen komen en na het weekeind tante Gerrie mee naar Dordt terug nemen. We kijken uit naar het bezoek, want met Rien en Wil is het altijd dolle pret!
We hebben inderdaad een paar hartstikke gezellige dagen met z’n allen. De rat houdt zich koest. Misschien is hij al vertrokken? Het is schitterend weer, Halle is een heel aantrekkelijk stadje waar tegen de verwachting in, nog Vlaams gesproken wordt. Met de fiets zijn we naar Ronquières geweest, naar het befaamde hellend vlak. We hebben gehoord dat je daar met je boot in een grote bak ca. 70 m. omhoog wordt gehesen langs een helling van bijna een kilometer. Het ziet er inderdaad heel spectaculair uit, sommi­gen noemen het een wereldwonder en we verheugen ons al op maandag, wanneer we hier met ons eigen schip omhoog zullen gaan.

Zondagavond organiseren we als klap op de vuurpijl nog een uitgebreide barbecue op het voordek van de Dirk de Groot. Er is een overdaad aan vlees en worstjes en saté en vooral aan rode wijn, die we bij de plaat­selij­ke Delhaize Supermarkt hebben ingeslagen in pakken van vijf liter tege­lijk. Gezelligheid kent geen tijd, de wijn stroomt rijkelijk, de stemming stijgt ten top en de overburen vinden eigenlijk, dat we een beetje te veel herrie maken.
Ze hebben nog gelijk ook. Dan bemerk ik, ondanks alle hila­ri­teit om me heen en ondanks de vele rode wijntjes die ik ge­dronken heb, dat Tobbe de Teckel zich heel merkwaardig ge­draagt. Hij staat te snuffe­len en te snuiven onder de grote brandstof­tank, die op het voordek staat. Er gaat een lichtje bij me branden. Dat moet onze rat zijn, die eindelijk uit zijn schuil­plaats naar buiten is gekomen! Zonder iets aan de ande­ren te laten merken, sluit ik alle deuren, ramen luiken en patrijspoorten. "Die is buiten en komt er nooit meer in", denk ik bij mezelf. Met twee, drie woorden leg ik fluis­te­rend aan Emmy uit, wat er aan de hand is. Ze begrijpt het onmiddellijk en laat niemand iets merken.
"Wat doet die hond achterlijk", hoor ik Harry vlak daarna tegen Rien zeggen. Hij gaat op z'n knieën zitten, duwt de hond opzij en kijkt onder de brandstoftank. Wat er dan gebeurt, laat zich nauwelijks beschrijven. Harry kijkt pal in de rooie kraal oogjes van onze rat! Hij springt overeind als iemand die op de kachel is gaan zitten en brult met overslaande stem: "Een rat, een rat, een rat, een rat, een rat, ik zie een rat onder die tank!" De rat schrikt nog meer dan Harry zelf! Hij flitst onder de tank vandaan, schiet het bakboord gangboord in en zoeft in de richting van het achterschip. Tobbe de Teckel er achteraan als een jachtluipaard op de steppe. Via het stuur­boord gangboord komen ze samen weer terug naar voren. De rat ziet dat het zo niet goed gaat, maakt een zigzag sprong door de lucht, is 180 graden gedraaid en gaat als een raket de andere kant op. De hond er almaar achteraan, in opperste verwarring. Via het achterdek sprint de rat nu weer door het gangboord naar het voordek. Maar wat gebeurt daar? Daar staat Harry intussen klaar met een luiwagen om die rat de hersens in te slaan. Hij slaat mis, de rat maakt een hoeksprong en stuift weg, opnieuw richting achterschip. Tobbe heeft hem op een haar na te pakken maar de rat springt op de verschansing (we hadden toen nog geen railing!)en snelt over het potdeksel verder naar achteren. Als ie halverwege ­is, neemt ie een snoekduik overboord en belandt op de berg rotzooi die tussen de wal en ons schip drijft. Razendsnel trippelt ie over die troep naar voren en als een circusacrobaat op de steile wand klautert ie vliegensvlug langs de muur omhoog. Hij springt op de luiwagen waarmee Harry vervaarlijk staat te zwaaien en komt via die bezemsteel weer keurig netjes terug bij ons aan boord. Nog een aantal keren scheuren de rat en de hond van voor naar achter door de gangboorden. Vaak is het amper te zien wie nou precies achter wie aanzit. Maar plotseling, flink aangemoedigd door de luiwagen van Harry, springt de rat opnieuw de kant op. Hij kijkt nog een keertje triomfante­lijk achterom en verdwijnt dan voorgoed uit ons leven in een soort riool aan de overkant van de kade.

De dagen daarna, als we over de Sambre varen, begin ik een beetje te twijfelen of we hem echt wel kwijt zijn. Binnen vind ik namelijk nog steeds keuteltjes. Zelfs op de banken in de salon. Zijn het oude keuteltjes die daar via de vacht van Tobbe terecht gekomen zijn of is de rat weer aan boord geklommen en maakt hij ‘s nachts wandelingetjes door onze boot? Er is ook iets geks met Tobbe aan de hand. Die blijft vreselijk nerveus en loopt maar te snuffelen de hele dag. Kan het zijn dat mijn vriend gelijk heeft? Volgens Harry stikt het in België van de ratten en voor je het weet zitten die bij je aan boord! Ik weet het nog niet, de tijd zal het leren.

Dan komen we in Namen en vinden een mooi plekje tegen het kademuurtje vlak bij het centrum. Op de plaats waar de Sambre in de Maas uitmondt. De brug, waartegen ik enkele jaren daarvoor de mast van mijn vorige schip aan diggelen heb gevaren, ligt tweehonderd meter stroomopwaarts. Het is avond, alle logés zijn weer naar huis. We zijn nog met z’n viertjes. Harry en ik hebben na het eten een wandelingetje door het oude centrum gemaakt en slenteren langs de Maas terug naar onze boten. Onze vrouwtjes komen ons hollend tegemoet en gebaren dat we op moeten schieten. Uit de verwarde verhalen begrijpen we, dat we weer moeilijkheden met een rat hebben. Nu schijnt het een rat te zijn die over de kade holt en al het mogelijke doet om aan boord van onze tjalk te komen. Ze hebben hem al een paar keer kunnen wegjagen, maar hij komt geregeld weer terug. En waarachtig, trippeltrippel, trippeltrippel, daar zien we een rat aankomen die vastberaden in de richting van de Dirk de Groot huppelt. Plotseling stopt hij, kijkt ons drie tellen heel uitdagend in de ogen en huppelt dan weer verder op zijn doel af. Heel even lijkt het alsof Harry aan de grond staat vast genageld. Maar dat duurt geen halve seconde. Hij springt op de tjalk, grist daar de luiwagen weg en springt ermee terug op de kade. Keihard gillend rent hij op de rat af en probeert onze belager met de luiwagen te verpletteren. De rat ziet dat helemaal niet zitten en maakt, sneller nog dan het geluid, een omtrekkende beweging, waardoor mijn maatje misslaat en de luiwagen, pang!! doormidden breekt. Met al dat gillen en al die petsen van de luiwagen, hebben wij onze rat toch onmiskenbaar de stuipen op het lijf gejaagd. Als een idioot vliegt hij over de kade en ter hoogte van de eerste brug over de Sambre zien wij hem de rivier in duiken. Eenmaal in zijn element, zwemt hij heel rustig naar de overkant. Onze ogen blijven hem volgen totdat hij uit het zicht verdwijnt. “Die zijn we eindelijk kwijt”, zucht ik opgelucht.

Maar het raadsel blijft jammer genoeg onopgelost. Stikt het langs de rivieren en kanalen in België van de ratten die het fantastisch vinden om rond te darren op Nederlandse jachten of .......is er een rat met ons meegevaren van Dordrecht helemaal naar Namen?
We zullen er nooit achter komen. De enige die de waarheid kende was Tobbe, onze trouwe teckel met z’n formidabele reukvermogen. Maar die kan het helaas niet meer navertellen. Tobbetje is namelijk het jaar erop in Parijs gestorven.




Voor een schitterende foto reportage over het hellend vlak (gevonden op het internet):

Geen opmerkingen: