Welkom op de weblog van .... M S D I R K D E G R O O T....


donderdag 31 december 2009

woensdag 18 november 2009

HERFST LANG DE NIEUWE HAVEN

Typisch! Alle bomen zijn kaal, behalve die, vlak voor ons hek!
...

zondag 25 oktober 2009

Vaartocht 2004

Een van de mooiste tochten die we gemaakt hebben, was in 2004. Ik zat oude foto’s te bekijken en bedacht dat het misschien wel leuk zou zijn, als ze op het Internet bekeken konden worden. Kijk maar eens even op het kaartje hiernaast. We zijn dat jaar via Antwerpen, door Brussel heen, over het Hellend Vlak van Ronquières, langs Charleroi naar de Belgische Maas gevaren. Toen Frankrijk in, waar de Maas Meuse heet, rechts afgeslagen het Ardennerkanaal op, langs Reims gevaren en iets voorbij Reims links af over hetMarne Rijnkanaal tot Vitry Le François. Daar afgebogen naar het Zuiden en over het Canal de La Marne à La Saône tot vlakbij St. Jean de Losne. Over de Saône naar Chalon, daarna een tikkie terug en over het Canal du Centre in Zuidwestelijke richting tot aan Digoin en verder over het Lateraalkanaal van de Loire tot Decize. Vandaar de tocht over het schitterende Canal du Nivernais tot aan Auxerre en verder over de Yonne en de Seine tot Parijs. Dwars door Parijs over de kanalen en dan verder de traditionele terugreis over Seine, langs Conflans over de Oise, Canal de St. Quentin, Escaut, Boven-Schelde, Zeeschelde, door Antwerpen, Schelde-Rijnkanaal, Volkerak en Hollands Diep terug naar Dordt. We hebben meer dan 80 tussenstops gemaakt en onnoemelijk veel foto’s. Ik heb ze van commentaar voorzien en als je ze wilt bekijken ...............klik dan hier

-

zaterdag 17 oktober 2009

Vietnamezenredder

Een jaar of zeven geleden heb ik voor de PIKHAAK (clubblad KDR&ZV) een aantal verhaaltjes geschreven. Allemaal verhaaltjes over REDDERS. De Hertenredder, De Kiezenredder en De Hoedenredder staan al op deze weblog. Het leukste Redders verhaal van toen, heb ik opgetekend uit de mond van Bertus van der Linden. Het is echt gebeurd en heel erg lang geleden. Wij hadden onze tjalk nog niet en Bertus lag toen ’s winters met zijn kotter, De Wieringen 54, op het plekje waar nu de Dirk de Groot ligt. Langs de Lange IJzerenbrug dus.
Hier volgt het relaas van Bertus.

De Vietnamezenredder.
Het was op een koude winteravond. Ik was op weg naar boord en daar zag ik op het vlot een klein mannetje z'n kleren uit trekken. Hij ging op z'n hurken zitten, sloeg een kruisje en nam een houding aan om te water te gaan! Snel deed ik het hek open en riep: " Wat ga je doen? Niet in dat koude water springen hoor!"
Het mannetje keek op en sprak met een oosters dialect: "Sleutels in watel van auto. Kan niet weg, ik ga splingen". “Nee, nee, niks er van”, zei ik, “trek je kleren aan, want als je te water gaat verdrink je gelijk van de kou." “Ja maal”, mompelde hij, “ik moet sleutels heb van auto. Ik niet naal huis kan zondel auto".
“Kom maar met me mee naar de boot. Dan kan je jezelf opwarmen en zorg ik wel dat die sleutels uit het water komen”. Zo gezegd zo gedaan. Ik heb het mannetje mee naar boord genomen en een warme bak thee voor hem gezet.
Daarna heb ik een grote magneet aan een touw gebonden en aan het mannetje gevraagd waar precies de sleutels te water waren gegaan. Het was vlak achter zijn auto.(De parkeerplaatsen voor de auto's tussen de Lange IJzeren brug en het Vlak, waren toen nog haaks op de waterkant.) Ik liet het touw met de magneet zakken, en jawel hoor, ik haalde op en de sleutels zaten er aan! Meer geluk dan wijsheid natuurlijk. Het mannetje wilde me zoenen maar ik gebaarde, dat dat nou ook weer niet de bedoeling was. Hij maakte een paar keer een buiging en vertelde: "Ik heb huisje op Voolstlaat en velkoop loempia en jij moet molgen langs komen".
De volgende middag ben ik langs geweest en kreeg 4 warme loempia's mee en ook nog een hele zak vol loempia’s, die nog bevroren waren.
Wanneer ik vandaag de dag iets bij hem ga kopen, krijg ik nog altijd alles in tweevoud. Het Vietnamese mannetje en ik zullen dit nooit vergeten.

Bertus van der Linden

woensdag 14 oktober 2009

Hoedenredder

Toen we dat jaar van de grote reis terugkwamen en ik een bakkie koffie bij de havenmeester ging drinken, bleek daar een enveloppe voor me te liggen. ’Ja’, zegt de havenmeester, ‘ er zijn hier mensen geweest die naar jou op zoek waren. Als ik het goed begrepen heb, had jij wat voor ze gedaan en ze wilden je nog eens bedanken. Je zat nog in Frankrijk en daarom hebben ze een berichtje voor je achtergelaten.’
Nieuwsgierig bekijk ik het gele envelopje. Aan Wim de Wit, Ligplaats 22. Mensen voor wie ik wat gedaan heb? Mensen die me bedanken willen? Goh, wat spannend! Wat zal dat kunnen zijn? Het komt nog al eens voor, dat ik iemand ergens mee help. Vooral als wij met de ‘Dirk de Groot’ in Frankrijk zijn. We zijn daar behoorlijk ingeburgerd en weten inmiddels best een beetje van wanten.
Maar er schiet me niets speciaals te binnen. Ik kijk nog eens naar de enveloppe. Afzender: Marijke en Bert J. uit Hoogeveen! Langzaam gaat er een lichtje branden. Hoogeveen ligt toch in Drenthe? Dan moeten het die Drentenezen zijn geweest, die we ontmoet hebben,ergens op weg naar Parijs. Aardige mensen, een beetje zenuwachtig. Ze waren voor het eerst met de boot in Frankrijk, maar werden onverwacht overrompeld door een telefoontje van hun dochter. Die zou de volgende dag, deze kant op komen om samen met haar man en twee kinderen, een paar dagen bij Opa en Oma aan boord te komen logeren. Ze konden er eind van de middag zijn! Of moeder maar even door wilde bellen, naar welk stadje ze konden komen en hoe ze precies moesten rijden. Lichte paniek op het Drentse schip! Mevrouw wist wel dat ze onderweg naar Parijs was, maar waar ze nu precies waren, daar had ze geen flauw idee van. ‘Of meneer Dirk de Groot misschien een leuk aanlegplaatsje wist, waar ze de kinderen en kleinkinderen fatsoenlijk kon ontvangen. Niet te ver varen, want ze moesten er de volgende dag op tijd kunnen zijn. Liefst ook niet al te moeilijk te vinden met de auto’. Nou, dat wist meneer Dirk de Groot wel. Ik heb ze naar een schitterend haventje gestuurd een uurtje of wat verderop en op de autokaart aangewezen hoe de familie precies rijden moest.
Om een kort verhaal lang te maken. Het is allemaal prima voor elkaar gekomen. Dat hoorde ik later van andere Nederlandse bootje-vaarders, die in het zelfde haventje gelegen hadden. Het was een geweldige jachthaven met alles erop en eraan, met zelfs een speeltuin voor de kinderen. De schoonzoon was er linea recta naar toe gereden en het hele spul had een grandioos weekend gehad.
Die mensen, ja! De brief moest van die mensen zijn. Die hebben natuurlijk op de terugreis bij ons in de haven gelegen en een briefje bij de havenmeester voor me achter gelaten. Wat leuk! Ja, dat moest het zijn. Dat kon niet missen.

Maar nee dus, want als ik het envelopje open maak, komt er een schattige trouwfoto te voorschijn. Een trouwfoto van een jong bruidspaar. Een beauty van een bruid en een schitterende bruidegom naast een koets met twee paarden. Op de bok een koetsier in vol ornaat en op de achtergrond een lieflijk stromend riviertje.
Er zit ook een briefje bij. Geschreven met zwarte viltstift op het crêpe papier van een foto album. Ik lees

Dan begrijp ik het ineens. Vooral ook, als ik de andere foto’s bekijk, die in het mapje zitten.
Wat is er dan gebeurd???

Het is al weer een paar maanden geleden. In het voorjaar. Zoals altijd ben ik weer aan het werk! Ik ben bezig de boot te schilderen aan de buitenkant en doe dat met behulp van een wiebelend vlotje. Als ik net een kopje koffie zit te drinken, wordt er op de Lange IJzerenbrug een fotoreportage gemaakt. Er staat een schattig bruidje boven op het klapbruggetje en een fotograaf is bezig foto's van haar te maken. Op zich niets bijzonders. Dat gebeurt soms wel een paar keer per week. Het is nou eenmaal een hartstikke leuk bruggetje en welk bruidje zou nou niet graag met zo’n decor op de achtergrond, op haar trouwdag vereeuwigd willen worden?
Er staat een behoorlijk bries. Als dat maar goed afloopt! Oh jee, dacht ik het niet. Daar gaat haar hoed de lucht in. Haar prachtige speciaal voor deze gelegenheid gemaakte hoed. Met de wind mee, over het water. Wapper, wapper, wapperdewapper. Buiteldebuiteldebuitel. En daar drijft ie. Midden in de haven. Wat een ramp op je huwelijksdag!

Ik laat m’n koffie de koffie. Pak een luiwagen. Spring er mee op het werkvlot. Peddel als een bezetene met de luiwagen als peddel, naar de hoed die intussen misschien wel 100 meter bij me vandaan ligt. Verdorie, als ie maar niet zinkt! Als ie nog maar eventjes blijft drijven dan lukt het wel. Het schiet al op. Ik ben er bijna. En ja hoor, hebbes! Hoe bestaat het! Hoed gered. Maar ik kan hem bij het terug peddelen toch niet op dat vlot neer leggen? Dat zit vol met verf en blubber en vogelpoep. Dat kan ik die hoed niet aandoen! Die heeft al genoeg moeten doorstaan in het water van de Nieuwe Haven. Dan maar op mijn kop met dat ding. Zo vaar ik terug naar mijn boot, klim op de wal, geef de hoed aan de bruid en wens het bruidspaar nog een hele fijne dag en een lang en gelukkig leven.
De fotograaf heeft intussen wel zijn werk gedaan. Kijk maar naar de foto’s!

zondag 11 oktober 2009

Rondje Dordt per volgboot


Voor een leuk rondje Dordt per volgboot

klik .........Hier

woensdag 7 oktober 2009

Ecluse en Panne


Noord Frankrijk. Canal des Ardennes. Dinsdagmiddag ca. vier uur. We zijn op de thuisreis. In Oostelijke richting naar de Maas. Het grootste gedeelte van de sluizentrap(totaal 27 sluizen) hebben we al achter de rug. We zijn in de opvaart en bij het uitvaren van sluis 10 zien we, dat het bij sluis 9 niet helemaal pluis is. De sluisdeuren staan gedeeltelijk open, alle lichten zijn gedoofd. Een paar mannetjes die druk heen en weer lopen op de sluis. Een auto die wegrijdt en een meneertje die onze richting heen komt lopen en iets naar Emma, die lekker in het zonnetje op het voordek zit, schijnt te roepen.
We kunnen niet verder; moeten vastmaken aan het graswalletje aan stuurboord, waar twee verdwaalde gele bolders in de modder staan. De rechter sluisdeur is hevig kapot en het meneertje mompelt iets, dat in het Nederlands poeh!, poeh! zou kunnen betekenen. Hij maakt daarbij een gebaar met zijn hand waar uit ik opmaak, dat we hier waarschijnlijk met de Kerst nog zullen liggen. Echt in het meest niemandse niemandsland!

We maken de boot vast en al snel zien we talloze auto’s van de VNF (Franse Rijkswaterstaat) aan komen rijden. Het is technisch weer (bijna 30 gr.) dus alle VNF-kantoormannetjes uit de buurt, komen een kijkje nemen. Het is de talk of the town, want het hele Canal des Ardennes is gestremd!
Als ik na een kwartiertje zelf ook op onderzoek uit ga, lopen er wel elf of twaalf VNF functionarissen rond te springen op de sluis. Er wordt echt op zijn Frans, heel druk onderhandeld. Iedereen schijnt zijn eigen mening te hebben en ik, ik ben heel benieuwd hoe ze het zaakje voor elkaar gaan fietsen.
De sluis is inderdaad echt heftig kapot. Ik heb er nooit zo opgelet, maar de deuren van de sluizen, draaien natuurlijk, net als alle deuren, in scharnieren.
Maar deze scharnieren zijn heel erg groot en die scharnieren zitten met grote ijzeren beugels verankerd in de betonnen wand van de sluis. Het probleem is nu, dat die hele ijzeren beugel van het scharnier van de rechter deur, compleet uit het beton is gesleurd. Het is me echt een raadsel hoe dit gemaakt kan worden hier midden in de rimboe en ik zie al visioenen van een witte Kerst langs het Ardennerkanaal.
De chef van de VNF delegatie stelt me echter een beetje gerust. Morgenochtend komen er duikers en dan wordt de sluis gerepareerd. Pas problème!
Ik zie een kraan komen, die weer onverrichter zake vertrekt en langzaam breekt de avond aan en keert de rust terug. In de loop van de avond zie ik nog een aantal sluiswachters, die samen met hun hele gezin, op deze plek des onheils, een kijkje komen nemen.


De volgende morgen ben ik vanzelfsprekend al vroeg wakker, maar tegen de verwachting in, is er de eerste uren nog niks te beleven op de sluis. De voorstelling begint pas om half tien! Maar dan is het ook meteen raak. Van alle kanten komen de voertuigen aangereden. De brandweer, een kraanwagen, een complete mobiele werkplaats en alle chefjes van gisteren zijn ook weer van de partij.


In een oogwenk hangt de ontwortelde sluisdeur in de kraan en spartelen er twee duikers rond in de sluis. Ze weten best van aanpakken, want binnen het kwartier is het voorbereidende werk gedaan. De kapotte sluisdeur hangt weer provisorisch op zijn plaats en wordt met behulp van de mobiele kraan netjes dicht gedaan. Voila! Men laat de sluis vollopen en het echte karwei kan gaan beginnen.

Als ik om kijk, zie ik tot mijn verbazing, dat de vorige sluis weer in bedrijf is. Alle lichtjes branden weer, alsof er niets aan de hand is. Heel langzaam zie ik een geladen spits ons kanaalpand binnen schuiven. Het is het Belgische schip de Shelendo, onderweg naar de Bavaria Brouwerij in Lieshout met een lading hop. Vanzelfsprekend kunnen zij ook niet verder en omdat het aan de zijkant van het kanaal heel erg ondiep is, komen ze gezellig tegen ons aan liggen.

Samen met de schipper van de Shelendo loop ik naar de sluis. Men is daar druk bezig met het aanslepen van materiaal. Kabelhaspels, lasmachines, slijpmachines, boormachines, noem maar op. Het zien van zoveel gereedschap wekt mijn vertrouwen op. Mijn nieuwe buurman gaat in conferentie met de bobo’s van de VNF. Hij heeft haast, want vrijdag moet hij in Luik zijn voor een bruiloft. Hij probeert bij voorrang geschut te worden. Het zou gemakkelijk kunnen. Als de kapotte deur met behulp van de mobiele kraan, eerst in geopende stand en later weer in gesloten stand geplaatst zou worden. De VNF-chef wil er absoluut niets van weten. Hij neemt geen verantwoording.
Als ik na een uurtje weer eens op de sluis ga kijken, wordt er met man en macht gewerkt. Dat wil zeggen: Eén man werkt; de rest van de ploeg is in heftige discussie gewikkeld. Waarschijnlijk over de Tour de France, die sinds Armstrong geen favoriet meer is, weer een echte tour geworden is. Of over de Franse President, die al joggend in zijn korte broek met hartproblemen in een militair hospitaal is opgenomen!

Maar er komt al een beetje schot in het werk. Men heeft de losgescheurde beugel verstevigd met dikke opgelaste strippen. Er komt een nieuwe verankering van net zulke dikke strippen, die met reuze bouten aan de grond genageld zullen worden. Zelfs een leek als ik, kan zien dat het leed misschien vandaag nog, maar uiterlijk morgen geleden zal zijn. Maar dan op eens.
Klokslag 12 is iedereen verdwenen. Iedereen is gewoon lekker thuis gaan eten. En zo hoort het ook. Dit is Frankrijk!


Na de lunch komt alleen de “vakman”terug samen met een leerling. Ze zijn niet in dienst van de VNF, maar bij een particulier bedrijf dat altijd voor de VNF werkt. Ondanks de hitte, het is ruim over de 30 gr., buffelt het tweetal gestaag door. Er is nog even een kleine vertraging i.v.m. ontbrekend materiaal, maar warempel! Klokslag vier uur, na precies 24 uur stremming, is het karwei geklaard.
Het binnenvaartschip dat de hele dag tegen ons aangelegen heeft, bijt de spits af en gaat als eerste door de gerepareerde sluis. Wij volgen een kwartiertje later en alles loopt weer gesmeerd.
Alsof er niets gebeurd is.
Voor een uitgebreide foto reportage: ............Klik hier

donderdag 24 september 2009

Kiezenredder

De tand des tijds heeft in de loop der jaren langzaam maar zeker, onbarmhartig aan mijn lichaam geknaagd. Ik had al een kast vol medicijnen, een leesbrilletje, zooltjes voor in mijn schoenen en een steunkous tegen de spataderen. Alsof dat allemaal al niet erg genoeg was, had ik op een gegeven moment ook nog een beugel in mijn mond. Een beugel met een paar kiesjes eraan, omdat er van mijn gebit links boven, te weinig overgebleven was om fatsoenlijk te kunnen kauwen. Ik hoop dat U het niet verder vertelt, want echt trots ben ik er niet op. Als jongen had ik een prachtige bek met tanden, maar omdat ik een oorlogskind ben, liet de kwaliteit nogal te wensen over. Om de haverklap moest ik naar de tandarts om m’n kiezen te laten vullen. Dat was echt geen pretje.

Zo herinner ik me, dat ik tijdens mijn militaire dienst eens werd behandeld door een dienstplichtige tandarts. Die was zo hevig in de weer in mijn mond, dat zijn chef, een tandarts/beroepsmilitair, over zijn schouder meekeek en zich afvroeg of hij misschien naar olie aan het boren was.
Dus jammergenoeg brak al heel snel de tijd aan, dat een groot aantal van die gevulde kiezen moest worden vervangen door kronen. Dat kostte handen vol geld, maar je ging er vanuit, dat het dan de rest van je leven wel goed zat in je mond. Mooi niet dus. Want bij kronen worden je eigen wortels gebruikt en die kunnen na verloop van tijd gaan ontsteken. Bij mij gebeurde dat dan ook om de haverklap en in de loop der jaren, moest de één na de andere kroon opgeofferd worden. De laatste bruikbare kroon links boven, sneuvelde een paar jaar geleden in Meaux, een voorstad van Parijs.
In gedachten hoor ik u nu zeggen: “ Wat heeft dit in vredesnaam met varen, met de Kleine Jantjes of met de ZD&O te maken?” Maar let op! Dat gaat nu komen!

Toen mijn vrouw, eind van die zomer op bezoek was bij haar zusjes in de Verenigde Staten, nodigden Bert en Miep van der Linden van de Wieringen 54 me uit, om een toertje met ze mee te maken naar Antwerpen. We zouden een leuk toeristisch rondje doen. Via Bruinisse, over het Veerse Meer naar Vlissingen en dan over de Westerschelde naar Antwerpen. Terug zouden we waarschijnlijk gewoon het Schelde-Rijnkanaal nemen. Er werd nogal wat wind verwacht en daarom was ik meteen laaiend enthousiast. Met mijn eigen tjalk vaar ik het liefst op de kleine beschutte kanaaltjes van Frankrijk. Met zo’n geweldig zeewaardige ex-viskotter echter, leek het me fantastisch, zo’n trip op de Zeeuwse stromen.

Toen we de haven uitvoeren had ik net m’n nieuwe beugeltje met kiesjes aangemeten gekregen. Dat was wat zeg! Ik had op z’n minst begeleiding verwacht van een fysiotherapeut en een psycholoog. Want het is nogal wat. Plotseling zo’n vreemd gedrocht in je mond! Maar niks van dat alles. Helemaal geen begeleiding! Happen, passen, bijstellen, weer passen en wegwezen. “Binnen een week zou ik er wel aan gewend zijn!”, had de tandarts gezegd en daar moest ik het maar mee doen! Hallo, wat een gedoe. Manmoedig onderging ik mijn lot en warempel, nog voordat we Strijen Sas voorbij waren, was ik m’n hele gebitje vergeten. Wat een heerlijkheid met zo’n schip bij zo’n stevige bries op het Hollands Diep te varen! Langs Willemstad, door de sluis en dan verder over het Volkerak naar de Krammersluizen. Recht in de wind. Behoorlijke golven, vooral bij de kruising met de Schelde-Rijnverbinding. Voor De Wieringen 54 maakte dat allemaal niks uit. De stoere GM-diesel liet zich niet van de wijs brengen en produceerde onverstoorbaar de benodigde paardenkrachten.
De nacht brachten we in Bruinisse door en de volgende dag stoomden we verder, bestemming Vlissingen. De wind was gaan liggen en met een heerlijk zonnetje erbij, voeren we door het paradijs dat Zeeland heet. Het is en blijft een uniek watersportgebied en wat was ik blij, dat Miep en Bert me uitgenodigd hadden voor deze trip. Zijpe, Mastgat, Keten, in de verte de Zeelandbrug. Over het Engels Vaarwater, door de sluis in de Zandkreekdam naar het Veerse Meer. Rustig over het meer en vlak bij het schilderachtige Veere, het kanaal door Walcheren op.

We besloten om niet door te varen naar Vlissingen, maar om een plekje te zoeken in Middelburg. Het was voor ons alledrie jaren geleden, dat we hier, in de hoofdstad van Zeeland, geweest waren. We vonden een prachtig afmeerplaats bij de jachthaven, kuierden op ons gemakje door het fraaie stadje en dronken hier en daar een pilsje op een terrasje. We beëindigden onze rondwandeling met een gezellig etentje in een knus eetcafé, vrij dicht bij de haven. Het was zulk lekker weer, dat we na afloop nog buiten op het achterdek konden zitten. Een heerlijke temperatuur en om dat te vieren, dronken we nog een paar stevige neuten voor we gingen pitten.
De volgende ochtend ben ik, hoewel het al over negenen is, als eerste wakker. Heel stilletjes zoek ik m’n toiletspulletjes bij elkaar en sluip van boord. “Ik ga maar een douche aan de wal nemen”, denk ik bij mezelf, “dan kunnen Miep en Bert nog lekker een poosje in hun kooi blijven liggen. Men heeft prachtige sanitaire voorzieningen hier in de jachthaven. Het is een heerlijke douche met een krachtige waterstraal, die je huid laat tintelen en alle vermoeienissen van de vorige dag wegspoelt. Een ware verademing! Ik heb m’n tanden nog niet gepoetst, maar kan wel even van de gelegenheid gebruik maken om m’n gebitje af te spoelen. Helaas weet ik nog niet zo goed hoe je het uit je mond moet halen; dat heeft de tandarts me nog niet geleerd. Het zit met haakjes vastgeklikt rondom m’n andere tanden en ja hoor, als ik het onwennig probeer los te klikken, laat ik het uit m’n glibberige zeephanden vallen. Roetsjjjj. Ontzet kijk ik naar beneden. Geen gebitje meer te zien! Hoe kan dat nou? Waar is dat ding gebleven? Het kan toch niet weg zijn! Maar het is wèl weg! Want wat blijkt? De douches hier in de haven van Middelburg zijn OPEN aan de onderkant. Zowel links als rechts van me, zijn douches en ze zijn allebei in gebruik. Mijn kiesjes moeten dus in één van de cabines naast me zijn terechtgekomen! Maar in welke? Verdulleme! Wat een toestand! Ik zou me kapot schamen als iemand mijn gebitje zou vinden. Dat zou ik niet overleven. Wat een blamage! In m’n blootste blootje laat ik me op mijn knieën zakken in het nauwe kotje. Voorzichtig buig ik voorover en loens behoedzaam, onder het zijschot door, op het vloertje links van me. In de mistige stoomnevel daar, ontwaar ik een paar blote benen met voeten eraan vast. Maar van m’n kiesjes? Geen spoor!
Zo goed en zo kwaad als het gaat, draai ik mijn lichaam naar rechts en in een onmogelijke houding, als een kaalgeplukte struisvogel die zijn kop zijwaarts in het zand wil steken, loer ik discreet in de andere douchecabine. Weer nevel. Weer een paar benen met voeten eraan. Maar geen kiezen. Of toch wel? Ja, het lijkt wel of ze daar liggen. Helemaal aan de andere kant op de vloer van de douchecel naast me. Als een slangenmens draai ik m’n romp verder naar rechts. Met m’n linker schouder schuif ik over de bodem en als ik niet meer verder kan, steek ik mijn kop half onder het zijschot door. Ja hoor! Nu weet ik zeker dat mijn kiezen daar voor het grijpen liggen. Als ik er maar bij kan. Met mijn linkerhand gaat dat sowieso niet. Ik prent in mijn kop waar mijn kiesjes precies liggen. Ik draai mijn lichaam terug en rust met m’n voorhoofd op de grond. Het is maar goed dat niemand kan zien hoe ik er bij sta! Ik maak mijn rechter arm zo lang mogelijk. Enkele seconden van uiterste concentratie en dan, ratssss!!!, als in een flits, zonder die benen te raken, gris ik mijn gebitje uit de douchecel naast me. Ik klik het onmiddellijk in mijn mond. Daar zit het veilig. Mijn kiezen zijn gered! Wat een mazzel! Maar mazzel of niet, ik moet u bekennen, dat ik tot op de dag van vandaag, niet weet of die benen, zowel links als rechts van mij, aan een meneertje of aan een mevrouwtje hebben toebehoord!
-

zaterdag 19 september 2009

DE HERDERTJES LAGEN BIJ NACHTE


Ron en Annemiek zijn voor een lang weekend naar Oostenrijk en daarom logeren Jannick en Amy bij ons aan boord. Het is schitterend weer en vanmiddag hebben we een leuk tripje gemaakt met de boot door de Dordtse Biesbosch. Over het Wantij, door de Sionsloot, het Moldiep en via de Helsluis, langs Sliedrecht terug naar Dordt. Toen we door het Moldiep voeren herinnerde ik me een avontuur van meer dan 35 jaar geleden. Een avontuur waar ik ooit al eens een verhaaltje over heb geschreven. Ik denk dat het wel leuk is om het ook op de weblog te zetten.




De herdertjes lagen bij nachte …….

De eerste keer dat ik zelf met een jachtje op pad ging, was in de tijd dat onze vrouwen nog baby dolls droegen in plaats van T-shirts of nachthem­den. Het schip had ik geleend van mijn schoon­vader. Het was een schitte­rende motorkruiser van bijna negen meter met een gezellige roef, een heerlijke open kuip en een knus klein achterkajuitje. Voor, in de punt was een reusachtig groot bed geconstrueerd en in de kajuit achter, waren aan weerszijden twee kooien getimmerd. We konden dus gemakkelijk met onze twee zoons een nachtje van huis blijven. En dat deden wij ook. Leest U maar verder.

Het is midden in de zomer, vrijdagavond en prachtig weer. Na het werk zijn we zo snel mogelijk naar de boot gereden. Daar, in Dordrecht, bij jachthaven Westergoot, hebben we ons kapot gesjouwd om de onvoorstelbare hoeveelheid etenswaar, drank, kleren, speelgoed en weet ik wat allemaal nog meer, aan boord te krijgen. Vervolgens hebben we de motor gestart en zijn toen heerlijk de haven uit en het Wantij op gevaren. Wat een ver­rukkelijke sensatie. Wat een zalige rust. Wat een grandioze ontspanning. Je kunt de stilte bijna horen. Er is alleen maar dat kostelijke monotone geluid van de Mercedes diesel. Tabakke-Tabakke-Tabakke- Tabakke.

Als we een klein half uurtje gevaren hebben, wordt het tijd dat we een plekje voor de nacht gaan zoeken. We moeten nog eten. Bovendien is onze jongste nog heel klein en mag niet al te laat naar kooi. In de Dordtse Biesbosch, achter in het Moldiep, vinden we een keurig plaats­je. Aan een weilandje, vlak achter een paar jachtjes, die daar al eerder hebben afge­meerd. Het kost niet veel moeite om ook onze boot keurig netjes vast te leggen en dan kan het Zwitserleven-gevoel zich volledig van ons meester maken. Emma, mijn vrouw, heeft zoals altijd, voor een voortreffelijke maaltijd gezorgd. Een zalig flesje wijn erbij, een paar glaasjes Cointreau als dessert en je voelt je zo’n beetje als God in Frankrijk in de Biesbosch. Meer dan voldaan klimmen wij in ons Jumbo bed voor in de Punt. Het is nog geen elf uur.

Slaapdronken en nog suf van de wijn en de Franse likeur probeer ik er achter te komen waar ik ben. Geen idee hoe laat het is Ik ben wakker geworden door een vreselijke knal. Als ik overeind kom, opnieuw een knal en een plof en een bonk en een klats. Er is iets met het schip aan de hand, maar ik kan niet thuis brengen wat. Alweer een daverende knal. Ik steek een lichtje aan en zie hoe ook Emma recht overeind in d’r bed zit. En hoe. Een van doodsangst vertrokken gezicht en een tot het uiterste gespannen lichaam, gehuld in een super sexy baby doll. Een diep uitge­sneden decolleté met kanten ruches eromheen en gevuld met een boezem waar zelfs de modellen van Rubens jaloers op zouden zijn. Dat alles zie ik in een flits, maar ik zie ook wat er nog meer loos is.


De boot ligt zo scheef als de Flying Enterprise van Captain Kurt Carlsen tientallen jaren geleden. De klappen die ik hoor zijn de flessen en potten en pannen die door de schuinte van de aanrecht kletteren. Als een steile wand artiest klauter ik het bed uit om buiten te kijken hoe de zaak er voor staat. Het is nog erger dan ik dacht. Het water is gaan zakken, we liggen met één kant van het schip aan de grond en het water staat al bijna in het gangboord. Ik heb geen flauw idee hoe de onderkant van het schip er uit ziet. Ik heb geen flauw idee of het schip kan omslaan als het water nog verder wegloopt en ik heb geen flauw idee van wat er verder nog gebeuren kan. De bootjes die voor ons liggen schijnen nergens last van te hebben, die drijven volkomen waterpas in het rustig kabbelende Moldiep. Emma’s reactie op onze situatie is kort maar krachtig: ‘Je kunt doen wat je wilt, maar ik ga hier niet met mijn jong in de Biesbosch liggen verzuipen.’ Daar ben ik het grondig mee eens. Ik maak de jongens wakker, sjouw de matrassen uit de voorpiek naar de kant en haal nog wat dekens van boord. Dan kruipen we verkleumd van de kou, met z’n vieren, in het geïmproviseerde gigantische kermisbed in het weiland. Emma en de oudste slapen binnen dertig secon­den. Voor mij en de jongste duurt het iets langer. Hij nestelt zich knusjes heel dicht tegen me aan en fluistert zachtjes in m’n oor: ‘Gezellig hè papa, het is net kerstmis met de herdertjes lagen bij nachte in het veld’. Dan vallen ook wij redelijk voldaan in een diepe slaap. Er kan gebeuren wat gebeurt. Mijn gezin zal in elk geval niet in de Biesbosch verzuipen!


Erg vast heb ik toch niet geslapen, want ik word wakker van de eerste zonne­straaltjes die op mijn gezicht schijnen. Onmiddellijk herinner ik me de gebeurtenissen van de afgelopen nacht. Heel voorzichtig om Emma en de jongens niet wakker te maken, kruip ik uit ons veldbed. Met snel kloppend hart loop ik naar de waterkant om te zien hoe de ramp zich vanacht verder heeft voltrokken. Ik blijf aan de grond genageld staan. Van een ramp is geen sprake. Het is weer vloed geworden en ons bootje ligt kaarsrecht op het water te drijven alsof er niets gebeurd is. Nog sneller dan het geluid maak ik mijn gezin wakker. ‘Vlug, vlug jongens. Terug aan boord. Er is niks meer aan de hand. Opschieten dan kunnen we lekker verder slapen in onze eigen kooien’. Dat is wat ik zeg maar ik denk bij mezelf: ‘Oh jé, ik hoop dat de buren ons niet zien, want ik weet met mijn figuur geen raad als ze merken wat voor blunder ik gemaakt heb’. Binnen twee minuten liggen we allemaal weer keurig in onze eigen bedjes en slapen een gat in de dag. Ik heb dit verhaal tot dusver geheim gehouden en ik vertrouw erop dat U het ook niet verder vertelt.
Wim de Wit
a/b Motortjalk Dirk de Groot

maandag 14 september 2009

Dirk de Groot in de Belgische Ardennen


Deze zomer is mijn broer Kees weer een lang weekend bij ons op bezoek geweest. In Dinant en omgeving. Hij heeft er een olijk verslag van gemaakt met een heleboel foto’s.
Leuk om te lezen en leuk om te zien........... Klik hier
Voor de foto's: ...........Klik hier

zondag 13 september 2009

Dirk de Groot terug in Dordt

De laatste keer dat ik iets op deze weblog heb geschreven, was op 14 mei 2009. Precies vier maanden geleden dus. U zult begrijpen wat een hersenbreekselen het heeft gekost, om opnieuw uit te vogelen hoe-dat-nou-ook-alweer-precies-gaat, zo’n verhaaltje op je weblog zetten en er dan ook nog een paar fotootjes bij te doen. Al met al, is het toch wel weer aardig gelukt, zoals U ziet.
Vier maanden weg dus. Vier maanden waarin we weer fijn met de boot op pad zijn geweest. Het grootste deel van die tijd in Frankrijk. We zijn nu eenmaal echte Francofielen. Vandaar!
Erg ver zijn we niet gegaan dit jaar. Over Maastricht, langs Namen en Dinant, een stukje verder de Franse Maas op. Afgeslagen bij het Ardenner Kanaal en via de 27-sluisjes trap tot aan Rethel gevaren, halverwege dit kanaal. Dat vonden we ver genoeg deze keer en we zijn daarna op ons dooie gemakkie, langs de zelfde route naar Dordrecht terug gevaren.

Intussen zijn we al een dag of tien in de Haven, maar velen hebben ons nog niet opgemerkt. We liggen namelijk niet op ons oude vertrouwde plaatsje, langs de Lange IJzerenbrug. Daar ligt op dit moment een hele lange klipper. Van een Engelsman. De bemanning is naar huis en er wordt beweerd dat ze pas 22 september terug komen. Tot zo lang ligt de Dirk de Groot aan de passantensteiger van de Nieuwe Haven. Op slechts 40 meter van mijn geboortehuis, de woning boven eetcafé De Passant op het Blauwpoortsplein. Eigenlijk het mooiste plekje van heel Dordrecht. Met een heel dun kabeltje van ca. 150 mtr. hebben we een provisorische verbinding gemaakt met mijn telefoonpaaltje bij de Lange IJzerenbrug. Zodoende hebben we ook weer ADSL-Internetverbinding. Vandaar dit eerste artikeltje na de vakantie.

donderdag 14 mei 2009

Met de tondeuse langs de Meuse Derde bedrijf

Hier volgt het derde bedrijf van de tragie/komedie over de tondeuse langs de Meuse. Het is gepubliceerd in het mei nummer 2009 van de Pikhaak. (Het clubblad van de Koninklijke Dordrechtsche Roei- en Zeilvereeniging). De april Pikhaak stond barstens vol met notulen, financiële overzichten, nieuwe statuten etc. etc. waardoor er geen ruimte meer voor mijn verhaaltje was. Al met al is er zo veel tijd verstreken sinds het tweede bedrijf gepubliceerd is, dat zelfs ik, als de schrijver ervan, me nog nauwelijks herinner waar het over ging. Daarom is een korte samenvatting van deel 2 misschien wel op zijn plaats.
In de vorige aflevering beschrijf ik mijn dodenrit op de brommer door de Franse Ardennen van het dorpje waar we lagen naar de Lidl in het stadje Revin. En hoe ik daar, bij die Lidl, pardoes verliefd werd op een tondeuse met 10 verschillende standen. Een tondeuse voor slechts € 14,99 !!!

Met de tondeuse langs de Meuse
3e bedrijf

Het is inderdaad een schitterende machine, mijn nieuw verworven tondeuse! Werkt op batterijen, eenvoudige bediening, Nederlandse gebruiksaanwijzing, drie jaar garantie. Wat wil je nog meer? Hoe kunnen ze het maken voor dat geld? € 14,99!
De batterij moet de eerste keer gedurende 16 uur opgeladen worden. We kunnen dus morgen pas verder, maar die avond geniet ik. Alleen al van het kijken naar het rode oplaadcontrole lampje.

De volgende dag ben ik al heel vroeg uit de kooi. Als Emmy zo meteen wakker wordt, gaan we proefdraaien. Heel eenvoudig: bovenop tamelijk kort; aan de zijkanten goed gedekt houden.
En inderdaad, een half uurtje later kan ik het resultaat in de spiegel bekijken. Geweldig! Ik ben in jaren niet zo goed geknipt. Waarschijnlijk dankzij die tien standen! Nee hoor, van deze aankoop zal ik geen spijt krijgen. Even de batterij bijladen en dan kan het apparaat opgeborgen worden tot de volgende knipbeurt.
Maar wat is dat nou? Het rode controle lampje brandt niet meer. Flink heen en weer schudden. Het helpt niet. Frunniken aan de stekkertjes. Er gebeurt niets. Meten is weten, dus de multi-meter erbij. Hij doet het echt niet meer. Hij is echt gewoon stuk. Verdorie! Drie jaar garantie en hij laat het de eerste dag al afweten.
De Lidl staat bekend om zijn voortreffelijke service. Zeker te weten dat ik zo een nieuwe mee krijg. Dat is het probleem niet. Het probleem is de D-8051. Die dodenweg tussen Haybes en Revin. Daar ga ik echt met de brommer niet meer overheen. Dat is veel te gevaarlijk. En zeker niet als het gaat om een tondeuse van nog geen € 15,--
Helemaal niks doen en mijn verlies pakken? Dat is mijn eer te na. Zo ben ik niet opgevoed. Het zal dus een treinreis worden. Dat moet te doen zijn. Het is echter in Frankrijk niet zoals bij ons, dat er ieder half uur een trein rijdt. Nee, je moet echt een plannetje maken anders kan je wel eens uren moeten wachten op een aansluiting.

Het treintje, een lokaal boemeltje, rijdt aan de overkant van de rivier. Je kunt het van de boot af zien en we hebben het alle dagen een keer of zes voorbij zien gaan. Ik tuf even op mijn brommer naar het stationnetje om het tijdschema te bestuderen. Half in de middag is er een prima verbinding, lees ik. Als ik de trein neem van half vier, dan kan ik na anderhalf uur weer terug zijn. Het is nu elf uur. Ik kan rustig nog een paar uurtjes klussen.
Rond drie uur ga ik naar het station. Ik neem weer de brommer, want ik heb gezien dat er fietsenstallingen zijn. Ze zien er uit als hondenhokken. Je kunt ze met je eigen kettingslot afsluiten. Het kost heel wat moeite om de brommer er in te krijgen, want de kooien zijn eigenlijk alleen bestemd voor fietsen. Of de brommer er ooit nog uit kan, dat is een vraag voor later.
Ik heb vergeten te vermelden, dat het station alleen maar een soort bushokje is. Geen gebouw, geen stationschef, geen loket, niks! Er schijnt vroeger een kaartjesautomaat te hebben gestaan, maar die is verdwenen. Je zult je kaartje wel in de trein moeten kopen, veronderstel ik.
Langzaam slenter ik naar de plek waar ik denk dat de trein zal gaan stoppen. Als ik er bijna ben, zie ik een wel heel modern communicatiemiddel! Een soort muurkrant van telkens verspringende rode lettertjes. Met enige moeite ontcijfer ik een bericht over werkzaamheden aan het spoor. Die werkzaamheden zijn gisteren begonnen en tot 1 september aanstaande rijden er geen treinen. Net weer iets voor Wim de Wit! Moet hij eens een keertje met de trein, ligt het hele spoor voor een paar maanden plat!
Ik ontdek, dat er bussen worden ingezet; de dienstregeling hangt aangeplakt tegen de zijkant van het “bushokje”. Het is een hele puzzel. De eerst volgende bus naar Revin vertrekt om half zes en dan kan ik nog ruimschoots terugkomen voor het einde van de dienst.
Geen vuiltje aan de lucht dus. Het wordt weliswaar een paar uur later, maar zeker te weten, vanavond heb ik mijn nieuwe tondeuse! Ik ga nog maar even terug naar boord. Ik kan hier moeilijk een paar uur blijven zitten.

Bij het gevecht om mijn brommer uit de hondenkooi te bevrijden, klem ik bijna mijn duim eraf. Een flinke bloedblaar is het gevolg. Ik loop ook nog een behoorlijke schaafwond op, lekker pijnlijk, precies op mijn scheenbeen. Maar dat mag de pret niet drukken!
Aan boord doe ik een paar karweitjes. De tijd vliegt en ik moet me nog haasten om op tijd te zijn voor de bus. Van de weeromstuit vergeet ik mijn helmpie op te zetten. Ik krijg van een aardig blondje een goedbedoelde schrobbering. Dat ik veel geluk heb, dat de politie me niet betrapt heeft, zonder helm blah, blah,blah. Daar zijn ze hier erg streng op blah, blah, blah. Ik leg uit: blah, blah, blah.
Enfin, de Tomos terug in de hondenkennel en warempel, klokslag half zes, zit ik helemaal voorin de autobus, naast het leuke blondje. Klaar voor de grote reis.
De chauffeur is met bus en al ingehuurd. Hij verkoopt geen kaartjes of niks. Dat is zijn verantwoording niet. Ik maak me er ook niet druk om.
De bus vertrekt stipt op tijd. Passagiers: alleen het blondje en ik. Ruimte genoeg dus. Maar toch, gezellig, naast elkaar op de voorste bank. Heerlijk rustig! Maar dat duurt niet lang. Tot de eerste stop in Fumay. Daar is kennelijk een soort van Sociale Werkplaats, die net uitgaat. Alle medewerkers die in Revin wonen, rijden met ons mee. Bijna een bus vol. Het lijkt wel een schoolreisje.

Het is een flink eind lopen van station Revin naar de Lidl. Stevig stappend zet ik mijn missie voort. Als ik na een kwartiertje in de winkel kom, ga ik alvast een nieuwe tondeuse pakken. Kan ik hem bij de kassa zo omruilen. Spaart een hoop tijd! Ontsteltenis! Daar heb ik nou helemaal niet aan gedacht! De tondeuses zijn uitverkocht!
Daar sta ik dan met m’n goeie gedrag! Bij de kassa! Ja natuurlijk zijn ze uitverkocht. Het zijn ook grandioze tondeuses. “Het spijt ons mijnheer. Ze waren gisteren al op”. In het Frans. “Geen probleem. Uw tondeuse is kapot? Vanzelfsprekend krijgt U Uw geld terug!”
Ik heb het niet nageteld. Volgens mij hebben ze me € 14,99 terug gegeven in losse centen. Veertienhonderd negen en negentig centen voor een droom. U moet het maar niet verder vertellen, want ik ben er niet trots op. Maar U weet het nu. U weet nu, waarom ik nog steeds geen eigen tondeuse heb.

zondag 22 maart 2009

Zomer Diner Avond

Wat was het toch weer gezellig afgelopen vrijdag in onze Havensociëteit “Het Nieuwe Werk”. En wat hebben we heerlijk gegeten met z’n allen. Een vijfgangen menu met alles er op en er aan. Het lekkerste van het lekkerste. Een tien met een griffel!
De winter zit er op en daarom organiseerde Niesje met haar vaste staf, als een soort afscheidsfeestje, haar laatste culinaire smulfestijn van dit seizoen. Binnenkort vertrekt ze samen met Henk naar zonniger oorden om daar hun geweldige zeereis met de Don Mare voort te zetten.
De foto’s die we gemaakt hebben, vertellen meer dan woorden kunnen zeggen. Over de entourage, het enthousiasme, de onderlinge sfeer. Over de keukenploeg, de bediening en de gasten. Over de speech van de voorzitter en de bloemetjes voor de dames! Kijk maar eens vlug! ...............KLIK HIER

dinsdag 17 maart 2009

Met de tondeuse langs de Meuse (2e bedrijf)

Dit artikel is eerder verschenen in de Pikhaak van maart 2009
Proloog
Psychologen zullen er hoogstwaarschijnlijk wel een verklaring voor hebben! Er zal ook wel een deftig woord voor bestaan. Hoe dan ook, het blijkt, dat ik mijn leven lang al, in mijn onderbewustzijn een groot onderdrukt verlangen heb gehad om een elektrische tondeuse te bezitten. In de nu volgende aflevering komt dat boven water.



Met de tondeuse langs de Meuse
Tweede bedrijf

We zijn nog maar net de Franse grens over en helaas, het is niet anders, mijn nieuwe Cd-spelertje is kapot. Ik heb hem nog maar kort geleden van mijn kinderen gekregen. Jammer! Waarschijnlijk is er iets mis, met m’n nieuwe 2500 Watt omvormer. Het Senseo apparaat en de Oral B tandenborstel hebben het ook al begeven.
Moeten we toch eens naar kijken als we terug in Holland zijn! Maar voorlopig,…………….! Ik kan geen Cd-tjes meer draaien en daar heb ik flink de smoor over in.


Gelukkig ligt de oplossing niet ver weg. De Lidl. Die zit ook in Frankrijk. In bijna alle grotere steden. De Lidl heeft vanaf 7 juli een draagbare Cd-speler/Radio in de aanbieding. Dat heb ik ergens in een foldertje gelezen. Voor de prijs hoef je het niet te laten, € 24,99 . We hebben nog een paar dagen tijd voor het 7 juli is en we varen de Maas een stukje verder op. We belanden in het stadje Haybes, prachtig gelegen , midden in de schitterende Franse Ardennen. Daar kan ik op mijn gemakje uitzoeken hoe het zit met de Lidl’s in de buurt!


Dat valt een beetje tegen! De dichtst bij zijnde is in Revin. Een klein stadje 15 km verder stroomopwaarts. Wat is wijs? Ook in Frankrijk moet je er bij zulke aanbiedingen ’s morgens vroeg bij zijn, anders zijn de artikelen al uitverkocht! Zal ik met de brommer gaan? Of met de boot? Maar zal er plek zijn in de haven van Revin. Met de trein kan ook. Is dat misschien beter? Er loopt een spoortje dwars door de Ardennen, langs al die leuke stadje waar je af kunt meren! Ook langs Revin. Maar ben ik er dan wel vroeg genoeg? En moet ik misschien daarna een halve dag wachten, voor ik een treintje terug heb.
Na rijp beraad besluit ik met de Brommer te gaan, met de Tomos! 15 km is eigenlijk maar een wipje? Revin ligt toch niet aan het eind van de wereld? Dat klopt wel, maar het scheelt niet veel. Ik heb het geweten! Lees maar verder!

In de auto heb je er waarschijnlijk helemaal geen erg in, wat voor een vreselijke rotweg het is, die D-8051 tussen Haybes en Revin. Maar op de brommer kom je er wel achter! Smal, bochtig. Heel steile stukken. Heel veel steile stukken. Auto’s die scheuren alsof ze op het circuit van Zandvoort rijden! En het gevaarlijkste van alles: Reusachtige vrachtwagens. Om de haverklap! Het maakt niet uit of ze je tegemoet komen of dat ze je inhalen. Iedere keer weer, moet je echt al je krachten gebruiken om niet met brommer en al van de weg te worden geperst of tegen de passerende truck te worden gezogen. Nee, dat is echt geen lolletje. En dat alles voor een Cd-speler van vijf en twintig euro, die je waarschijnlijk op iedere hoek van iedere straat, voor een habbekrats meer, kunt kopen! Daar zet ik mijn leven voor op het spel. Ik bewonder de marketing mensen van de Lidl heel erg. Hoe die er in slagen hun klanten zo gek te krijgen om dit soort dingen te doen! Of zal ik de enige zijn?
Enfin, waarschijnlijk door meer geluk dan wijsheid, kom ik heelhuids bij het Lidl-filiaal. Het is precies 9 uur en ik ben de eerste klant. Binnen een minuut ligt de Cd-speler waarop ik mijn zinnen heb gezet, in mijn karretje. Zie zo! Dat is gelukt. Ik moet er van zuchten en even op adem komen. Ik kijk wat rond in de winkel. En wat zie ik daar? Een tondeuse in de aanbieding! Voor maar 14,99 euro. Dat is een koopje. Ik heb altijd gedacht dat die dingen veel en veel duurder waren. Mijn begeerte wordt gewekt. Sinds het knipavontuur met Anton en Mirza en Stan Laurel, heb ik zelf graag een tondeuse willen hebben. Het is toen een beetje mis gegaan, maar dat was gewoon een ongelukje. Hier liggen ze zo maar voor het grijpen. Voor een C&A prijsje van 14,99 euro. Hupsakee. Daar ligt de tondeuse al in mijn wagentje.


Ik zal U de details van de terugreis besparen. Een nog veel ergere dodenrit dan de heenreis! Het is intussen namelijk flink gaan waaien en zware windstoten maken het brommer rijden bijna onmenselijk. Heel vreemd, maar al die gevaren dringen nauwelijks tot me door. Mijn gedachten zijn ergens anders. Bij mijn tondeuse. Met 10, ja zeker, 10 verschillende standen. Wat voor leuke dingen je daar allemaal mee kunt doen! Er zit zelfs een schakelaar aan, waarmee je je haar uit kunt dunnen. Kan je nagaan. Ik heb er wel niks aan, want dunner dan mijn eigen haar nu is, kan niet, maar toch. Ik ben helemaal vol van die tondeuse. Zo’n apparaat heb ik mijn hele leven al willen hebben en nu heb ik het. Ik verheug me erop zo dadelijk de doos uit te pakken, de handleiding te lezen en uit te proberen of hij het doet.
Wonder boven wonder ben ik in levende lijve terug aan boord gekomen. Aan die Cd-speler heb ik helemaal nooit meer gedacht; daar was ik al zo lang mee bezig geweest! Hoe het verder met mijn tondeuse is gegaan, zal ik de volgende keer vertellen in het derde bedrijf. Nog even geduld dus.