Welkom op de weblog van .... M S D I R K D E G R O O T....


zaterdag 9 januari 2010

De tragedie van de fietsen

Voorwoord



De tragedie van de fietsen heb ik opgeschreven aan het eind van het jaar 1997. Dat was het jaar waarin heel Nederland geschokt werd door het allereerste zinloze geweld. In Leeuwarden werd Meindert Tjoelker, een student die een avondje was wezen stappen , zomaar voor de lol door vier knullen doodgetrapt.
1997 was ook het jaar waarin Prinses Diana om het leven kwam bij een tragisch verkeersongeluk in Parijs. En het was ook het jaar, waarin de Dirk de Groot afschuwelijk geteisterd werd door fietsendieven, vandalen en ander soort gespuis.







In 1997 leefde ook Aai de Rover nog. Ik kende Aai al uit mijn kinderjaren. Hij was de groenteboer uit de Vleeshouwersstraat. Zijn vrouw dreef de winkel. Aai deed de ambulante handel. Kort na de oorlog, ik herinner het me nog goed, deed hij zijn handel met een groentekar waaronder een trekhond werd gebonden en die hond moest dan meehelpen om die kar te trekken. Al snel is hij overgestapt op paard en wagen, maar toen de zogenaamde ijzeren hond werd uitgevonden, was Aai één van de eersten, die zo’n ding kocht. Als stalling voor zijn vervoermiddelen en als opslagplaats voor zijn aardappelen etc. had hij aan de andere kant van de straat een pakhuisje. Toen hij met het groeteboeren was gestopt, heeft hij het pakhuisje gehouden. Hij is daar, deels als hobby en deels om een centje bij te verdienen, een nieuw bedrijfje begonnen. Hij haalde overal afgedankte fietsjes vandaan en die knapte hij dan op en verkocht ze voor prijsjes zo tussen de 80 en 150 gulden.
Het verhaal van de fietsen is al eerder gepubliceerd in het clubblad van onze Jachthaven en in het boekje van de ZD&O. Hier volgt de digitale versie.


++++



WAT EEN PECH, FIETS WEG





DORDRECHT
Van m'n broer heb ik een mooie mountain bike gekre­gen. Een juweeltje van een fiets, zo goed als nieuw. Zo'n modern ding met ik weet niet hoeveel versnel­lingen. In­drukwekkend om te zien, maar gevaar­lijk om mee te fietsen. Geen kettingkast, geen spatborden, geen ver­lichting en geen slot. Dus koop ik voor heel wat geld een slot, verlich­ting, spatborden en een ket­ting­kast.
Het is vroeg in het voorjaar en we liggen nog met onze tjalk, de DIRK DE GROOT, op ons vaste plekje in Dordrecht, in de Nieuwe Haven net voorbij de Lange IJzeren Brug.

Op een mooie lenteavond hebben we een barbecue bij vrienden in Dub­beldam. Het is daar reuze gezellig en als we, feitelijk tegen onze gewoonte in, in de kleine uur­tjes terug aan boord komen, wacht ons een akelige verrassing. ZE HEBBEN M'N FIETS GESTOLEN! Hij stond op ons eigen zijvlot met een ketting vastgemaakt aan het hekwerk. Het doorge­knipte slot ligt als een souvenir op ons te wachten. Van de dieven zelf geen spoor te beken­nen. Wat een pech, fiets weg.
Maar je kunt niet zonder fiets in de binnenstad van Dordrecht, dus wat doe je in zo'n geval? Je gaat naar onze plaatselijke hofleverancier van gebruikte fietsen, Aai de Rover in de Vleeshou­wers­straat en je koopt een mooi nieuw oud karre­tje. Een Fon­gers. Daar ben je vreselijk gelukkig mee en je voelt je als een kind, dat zojuist zijn eerste fiets gekregen heeft.


++++





MAASTRICHT
Een maandje later zijn we in Maastricht, Bourgondische hoofd­stad van Limburg. Een heerlijke plekje op deze aarde. Vooral om er met de boot te lig­gen. Midden in de stad, tussen twee bruggen, ligt een strek­dam, waar je prima kunt afme­ren. Naar het cen­trum wandel je in één minuut, maar als je wat meer van de stad en de streek wil zien, is een fiets onont­beer­lijk. De eerste dag ben ik in m'n uppie op m'n nieuwe oude brikje een rondje wezen maken. Het is een hele klus om het rijwiel weer terug aan boord te krijgen, want je moet hem een heel eind op je nek, langs een lastige, hoge draaitrap naar beneden sjou­wen. Daar heb ik vandaag geen zin in, want morgen wil ik ook nog wel een rondje maken. Dus wordt de Fon­gers met een dik kabelslot midden op de brug aan de leuning gekluis­terd. De volgende dag sjouw ik ook de fiets van moeder de vrouw naar boven en we maken samen een gezellig tourtje door de stad. Als we terug komen bij de boot, beslissen we, dat we de fiet­sen nog maar een nachtje boven op de brug laten staan. Dan kunnen we morgen nog een rondje maken. Helaas is het stoere kabelslot te kort om 2 fiet­sen èn een brugleu­ning te omspan­nen. Dus worden de fietsen normaal op slot gezet en daarna met het kabelslot aan elkaar gekoppeld als een Siamese tweeling.



Als ik de volgende morgen het hondje ga uitlaten, strui­kel ik bijna over een schroothoop van verwrongen wielen, stangen, sturen en bui­zen. Het blijken de restanten van onze fietsen te zijn. Ken­nelijk zijn ze door een krachtpatser, nog aan elkaar gekluisterd door het hangslot, samen over de brug­leuning heen, naar beneden gemieterd. Wonder boven wonder zijn ze niet in de Maas terechtgekomen, maar te pletter geslagen op het beton van de strek­dam. Wat een pech, fietsen weg.
Ze zijn allebei total loss en de rest van de dag ben ik bezig om van de twee wrakken één bruikbaar exem­plaar te maken. Het is al bijna donker, als er proefgereden kan worden. Er blijkt nog een gigantische slag in het ach­terwiel te zitten, waar ik nu pas achter kom. Jammer, want er is absoluut niets meer aan te doen. En wat doe je in zo'n geval? Je geeft de volgende dag de wrakken mee met de ophaal­dienst en als je terug bent in Dordt, ga je naar de Vlees­hou­wersstraat, naar Aai de Rover. Daar koop je een mooi nieuw oud karretje. Een Gazelle deze keer. Daar ben je vreselijk geluk­kig mee en je voelt je als een kind, dat zo­juist zijn eerste fiets gekregen heeft.


++++




REIMS
Intussen is het augustus geworden en het leven gaat verder. Gisteren is in Engeland Prinses Diana begraven en aan de andere kant van de wereld, in Calcutta, is Moeder Teresa overleden. Wij liggen met de boot in Frankrijk, in Reims, hoofdstad van de Champagne. Men beweert dat de kathedraal hier nog mooier is dan de Notre Dame in Parijs!
Reims heeft een echte jachthaven met prachtige steigers, drink­water en stroomaansluiting. Het is zelfs één van de weini­ge havens in Noord-Frankrijk waar je een hoop havengeld moet betalen. Dus moet het wel veilig zijn!
Het is zondagmorgen een uur of drie. We worden wakker door gerammel en gestommel op de steiger. Slaapdronken kom ik m'n kooi uit en zie op onze steiger, een vent die op en neer staat te springen alsof ie in de disco staat te housen.
Eerst denk ik dat het een baldadige jonge vent is op weg naar huis met een snee in z'n neus, maar lang­zaam dringt het tot me door, dat het een gozer is, die m'n fiets van het voordek af probeert te pikken. Hij is al een eind op weg, maar gelukkig blijft de trapper steken achter het potdeksel van de verschan­sing. Hij staat te rukken en te trekken maar krijgt de trapper niet los. Ik ben sowieso al niet zo'n vechtersbaas en zeker niet als het om een tweede hands fiets van 125,- gulden gaat. Voor zo'n bedrag wil ik het risico niet lopen, dat ik het kanaal word inge­sla­gen. In Leeu­warden worden mensen onder soortgelij­ke omstandig­heden dood­getrapt. Dus blijf ik veilig binnen staan en bulder met een grote knoop: "Blijf met je klauwen van m'n fiets af zak pa­tat." Daar is geen woord Frans bij, maar toch schrikt hij zich te pletter.
De dief veert overeind, de trapper schiet los van het pot­dek­sel, hij ver­liest zijn evenwicht en binnen een fractie van een seconde bungelt hij met beide benen tot aan zijn gulp in het water. In een flits is de bandiet weer overeind gekrab­beld. Hij kijkt mij verwilderd aan en omdat ik redelijk goed in Frans ben, kan ik zijn gedachten lezen. "Zodra die vent naar buiten komt, sla ik hem met één klap tot moes", staat op z'n gezicht geschreven. Een ge­waar­schuwd mens telt voor twee, dus houd ik de deur op slot en wacht af wat er verder zal gebeuren. Ook de fiets is geval­len en het stuur staat helemaal scheef. Ver­bijsterd moet ik toezien hoe die rot vent het voorwiel tussen zijn benen plaatst, heel vakkundig het stuur recht zet, zijn rech­terbeen over het zadel zwaait en wegfietst alsof het de nor­maalste zaak van de wereld is.
Als aan de grond genageld blijf ik achter. Wat een pech, fiets weg. En wat doe je dan in zo'n geval? Als je terug in Dordt bent, ga je naar de Vlees­hou­wersstraat, naar Aai de Rover. Daar koop je een mooi nieuw oud karretje. Een Benzo deze keer. Daar ben je vreselijk gelukkig mee en je voelt je als een kind, dat zo­juist zijn eerste fiets gekregen heeft.

++++



BREDA
De tijd vliegt en het is alweer oktober geworden. We maken ons laatste reisje dit jaar en liggen een weekend in Breda. De Benzo blijkt een geweldige kar. Zo'n echt ouderwets kwaliteitsproduct met extra grote, stevige wielen, met zo'n mooie zwarte kettingkast, een majestu­eus hoog stuur en een oer-degelijke terugtraprem.
Het zal me niet­ meer gebeu­ren dat ie gepikt wordt. Bij Half­ords heb ik onlangs een vreselijk duur en ijzer­sterk beugel­slot gekocht. Er hoort een kunststof klem bij, die je aan het frame van de fiets kunt vastmaken. Dan ligt het slot niet meer zo te rammelen op de bagagedrager als je aan het fietsen bent! Met een eenvou­dige klik, kan het slot in de klem worden opgehangen. Zo staat het tenminste in de ge­bruiksaanwij­zing. Jammer alleen dat het niet werkt. Je staat je rot te tobben als je het slot in die klem wil doen en het is nog lastiger, als je het slot er weer uit moet halen. Half­ords doet helemaal niet moei­lijk als ik langs kom; ze willen me zo mijn 50,- gulden terug geven, maar dan moet ik wel het reser­ve sleuteltje erbij inle­veren. Dat heb ik op dit moment niet bij me, maar geen punt, ik ga nog een paar dagen naar Breda en als we weer in Dordt zijn, lever ik het slot in en krijg ik volledig m'n geld terug.
Het weer zit niet erg mee in Breda. Een boel regen en een hoop wind. Van fietsen komt niet veel. Alleen even naar de markt met m'n maat. Hij is vol lof over het prachtige, robuuste slot dat onder de snelbinders op de bagagedrager ligt te blinken. Ik leg uit wat voor ellende-ding het in werkelijkheid is en als ik een demonstratie wil geven, horen we tot onze verbazing een klik en zit het slot muurvast in de klem en de klem zelf, muur­vast aan de fiets! Met geen mogelijkheid meer los te krijgen. Echt druk kan ik me er niet om maken, want ik moet over een paar dagen toch terug naar Halfords. Daar zal men wel een oplossing weten.
De DIRK DE GROOT ligt vlak voor de suikerfabriek, op de plek waar we in het voorjaar ook gelegen hebben tijdens de ope­ningstocht van onze vereniging. Het is een hele veili­ge, rustige plaats om de nacht door te brengen en we gaan die avond dan ook zorgeloos en rede­lijk bij­tijds de kooi in.
Wat kan hier nou gebeuren?

Een paar uur later, het is zondagmorgen 5 uur, geeft mijn vrouw Emmy, die wakker geworden is door gestommel op het voordek, me een por in m'n zij en roept tamelijk over­stuur: "Daar gaat je fiets weer!" Deze keer ben ik in een mum van tijd buiten, want ik ben een stuk stoutmoediger geworden. Ik heb namelijk een afschrikwek­kend alarmpistool aange­schaft, waarmee ik alle dieven van de wereld de stuipen op het lijf zal jagen! Zij zullen het wel laten om met hun poten aan m'n fiets te komen. Gelukkig be­moeit ook Tobbe de hond zich er deze keer mee. Als een bezete­ne stormt hij naar het voordek en gaat tekeer alsof hij een Doberman is in plaats van een teckel­.


Helaas is alles echter tevergeefs geweest, want de dieven zijn sneller dan het geluid en zijn in geen velden of wegen meer te bekennen. Het moet een kop­peltje geweest zijn, dat er speciaal op uit is, dat rits rats de fiets van boord heeft gepakt en hem in een gereed­staande bestelauto heeft ge­stopt. Ik heb de dieven niet gezien, ik heb zelfs hun auto niet gezien, zo vlug heeft het zich allemaal afgespeeld. Wat een pech, fiets weg. Maar niet alleen de Benzo, óók het mooie dege­lijke beu­gel­slot waarmee de fiets onverbre­kelijk aan de anker­lier geketend had moeten zitten. Dat was helaas niet gelukt, omdat het slot klem zat in haar eigen klem. Een beu­gelslot boven­dien, waar de firma Half­ords me na het weekend 50,- gulden voor zou terug beta­len.
En wat doe je dan in zo'n geval? U raadt het al. Als je terug bent in Dor­drecht, dan ga je naar de Vleeshouwersstraat, naar Aai de Rover en daar koop je een mooi, nieuw, oud karretje. Deze keer is het een echte Locomotief. Daar ben je vreselijk geluk­kig mee en je voelt je als een kind, dat zojuist z'n eerste fiets gekregen heeft. Zolang ik hem nog heb, is ie te be­zich­tigen. Hij staat, veilig achter slot en grendel, in het fiet­senhok van het club­huis van de Konink­lijke Dor­drecht­sche Roei- en Zeilvereeni­ging. Als U belangstelling hebt, wil de haven­meester graag even met U meelopen om 'm aan te wijzen. Het is die mooie grijze Locomo­tief met trom­melrem­men, met een buiten­model koplamp en met een zwarte ketting­kast. Er zit ook een sticker opge­plakt van ons zeemanskoor "De Kleine Jantjes".
Het is de moeite waard er naar te komen kijken nu het nog kan. Niet alleen een normaal slot moet diefstal voorkomen, er zit ook nog een heel dik, volgens de deskundigen niet door te knip­pen kabelslot op, waarmee het voorwiel aan het frame zit vast gekoppeld zodat je onmogelijk kunt sturen.
Logisch dus, dat Aai de Rover al een paar keer aan me gevraagd heeft, wanneer ik weer op reis ga met de boot.

++++

Geen opmerkingen: